klas 8: leesvaardigheid H5+6

Wat gaan we doen:
  • Herhalen theorie lezen H5 + H6
  • Oefentoets maken
Hoofdstuk 5      blz. 116 t/m 121
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen:
  • Herhalen theorie lezen H5 + H6
  • Oefentoets maken
Hoofdstuk 5      blz. 116 t/m 121

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5.
A
toelichtend verband
B
redengevend verband
C
voorwaardelijk verband

Slide 4 - Quiz

Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.
A
toelichtend verband
B
redengevend verband
C
voorwaardelijk verband

Slide 5 - Quiz

Als jij alles voor mij inpakt,
koop ik iets lekkers voor onderweg.
A
toelichtend verband
B
redengevend verband
C
voorwaardelijk verband

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat wordt opgesomd bij nummer 4?

Slide 8 - Open question

Aan welke twee signaalwoorden herken je de opsomming bij nummer 4?

Slide 9 - Open question

Hoe kun je bij nummer 5 zien dat er iets opgesomd wordt?

Slide 10 - Open question

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat bij nummer 6?

Slide 11 - Open question

Uit hoeveel delen bestaat de opsomming bij nummer 7?

Slide 12 - Open question

Waarvan worden voorbeelden gegeven bij nummer 8?

Slide 13 - Open question

Voor welk publiek is de tekst geschreven?
A
voor bedrijven die stagiaires zoeken
B
voor jongeren van het vmbo
C
voor ouders van jongeren

Slide 14 - Quiz

Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK
Hoofdstuk 5      blz. 116 t/m 121

Slide 15 - Slide

Voor welk publiek een tekst bedoeld is,
zie je aan:
- het onderwerp
- het taalgebruik
- de bron
- de lay-out
Hoofdstuk 5      blz. 116 t/m 121

Slide 16 - Slide

Lees de tekst

Slide 17 - Slide


Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
advertentie
C
reclametekst
D
recept

Slide 18 - Quiz

Hoe wordt het publiek aangesproken?
A
met 'je'
B
met 'u'

Slide 19 - Quiz

Voor wie is deze tekst geschreven?
A
Voor jongeren
B
Voor volwassenen

Slide 20 - Quiz

Wat wil de schrijver van deze tekst?
A
Informatie geven over gebruik van de pinpas
B
Raad geven hoe je met een pinpas omgaat
C
Zorgen dat je de pinpas vaker gaat gebruiken

Slide 21 - Quiz

Hoe zie je aan de lay-out dat deze tekst voor jongeren bedoeld is?

Slide 22 - Open question

timer
30:00
Oefentoets maken
TL
havo
vwo

Slide 23 - Slide