Clase 3: herhaling PW 5 (voca, regelmatige en wederkerende ww) en onregelmatige werkwoorden

¡Bienvenidos!
Hoy es 2 de diciembre de 2020
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
Hoy es 2 de diciembre de 2020

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

El programa de hoy

(Het programma van vandaag)

1) Herhaling: regelmatige werkwoorden (trabajar, beber, vivir), wederkerende werkwoorden (llamarse, levantarse) en gustar
  • uitleg
  • extra opdracht

3) Nieuw: onregelmatige werkwoorden
  • uitleg ww met onregelmatige ik-vorm 
  • uitleg ww met klinkerwisseling én onregelmatige ik-vorm
  • uitleg ww die geheel onregelmatig zijn
  • werken in EB: ej. 16-19

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Los objetivos de esta clase
1.  Jullie weten wat de drie soorten regelmatige werkwoorden zijn en kunnen deze vervoegen/toepassen - HERHALING PW 5

2. Jullie weten wat een wederkerend werkwoord is en kunnen deze vervoegen/toepassen - HERHALING PW 5

3. Jullie kennen het werkwoord gustar en kunnen deze vervoegen/toepassen - HERHALING PW 5

4. Jullie gaan verder leren over de onregelmatige werkwoorden:
  • werkwoorden met onregelmatige ik-vorm + werkwoorden met klinkerwisseling én onregelmatige ik-vorm + werkwoorden die geheel onregelmatig zijn
De doelen voor deze les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: voor PW volgende week

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige ww op -ar
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen. 

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige ww op -er
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen. 


Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige ww op -ir
De stam van een werkwoord vind je altijd door -ar/-er/-ir weg te halen.

Vervolgens plak je er een andere letter achter (zoals het voorbeeld hiernaast, dit gaat altijd in vaste volgorde: ik - jij - hij/zij/het/u - wij - jullie - zij/u meervoud).

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wederkerende werkwoorden (regelmatig)
  • uitgang -se bij het hele werkwoord
  • Vb. llamarse, levantarse, ducharse, peinarse
          heten, opstaan, douchen, zich kammen
  • Yo me levanto, tu te levantas, ella/el/usted se levanta, nosotros nos levantamos, vosotros os levantáis, ellos/ellas se levantan

    >> -se haal je van het hele werkwoord af en vervoeg je vervolgens op dezelfde manier als de gewone regelmatige werkwoorden
    >> wederkerend voornaamwoord (me, te, se, nos, os, se) komt er voor

Slide 8 - Slide

Ook onregelmatige wederkerende werkwoorden: sentirse, perderse, vestirse etc. --> vervoegen volgens de regels van de onregelmatige ww, alleen zonder uitgang -se en mét wederkerend voornaamwoord
Gustar
Gustar = houden van/ leuk vinden/ lekker vinden/ mooi vinden/ aardig vinden

Er zijn maar 2 vervoegingen: GUSTA & GUSTAN

Ook staat er altijd een meewerkend voorwerp voor het werkwoord. (Dit is anders dan bij een wederkerend voorwerp)


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gustar
  • no me gusta estudiar / me gusta estudiar / también me gusta estudiar / tampoco me gusta estudiar



    ik vind studeren niet leuk / ik vind studeren wél leuk / ik vind studeren ook leuk / ik vind studeren ook niet leuk

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: regelmatige ww, wederkerende ww en gustar
1. Mi hermano ___ (viajar) mañana a México.
2. Yo ___ (hablar) muy bien el holandés y el español, pero ___ (gustar, a mí) más el español. 
3. A Carla y Maria ___ (gustar) ___ (correr) en el parque. 
4. Las tiendas ___ (abrir) a las nueve en punto. 
5. Ella ___ (ducharse) por las mañanas. 
6. ¿Y vosotros? ¿Dónde ___ (comer) normalmente? 
7. Yo ___ (levantarse) muy temprano, después ___ (ducharse) y ___ (peinarse).
8. ¿Y tú? ¿Dónde ___ (aprender) a bailar tan bien? 
9. ¿A vosotros también ___ (gustar) el fútbol?
10. Mi novio y yo ___ (vivir) en otra ciudad. 
11. Nosotros tenemos un perro que ___ (llamarse) Pepa, y también tenemos 
     dos gatos  que ___ (llamarse) Rocky y Anita. 
timer
15:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: regelmatige ww, wederkerende ww en gustar
1. Mi hermano VIAJA mañana a México.
2. Yo HABLO muy bien el holandés y el español, pero ME GUSTA más el español. 
3. A Carla y Maria LES GUSTA CORRER en el parque. 
4. Las tiendas ABREN a las nueve en punto. 
5. Ella SE DUCHA por las mañanas. 
6. ¿Y vosotros? ¿Dónde COMÉIS normalmente? 
7. Yo ME LEVANTO muy temprano, después ME DUCHO y ME PEINO.
8. ¿Y tú? ¿Dónde APRENDES a bailar tan bien? 
9. ¿A vosotros también OS GUSTA el fútbol?
10. Mi novio y yo VIVIMOS en otra ciudad. 
11. Nosotros tenemos un perro que SE LLAMA Pepa, y también tenemos 
     dos gatos que SE LLAMAN Rocky y Anita. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nieuw: verbos irregulares
Er zijn onregelmatige werkwoorden:
  1. - die geheel afwijken (zoals SER, IR)
  2. - die klinkerwisselingen in de stam hebben (zoals QUERER)
  3. - waar alleen de 1e persoon afwijkt. (zoals ESTAR)
  4. - waar de eerste persoon afwijkt én die een klinkerwisseling hebben. (zoals TENER)

Onregelmatige werkwoorden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden met klinkerwisseling in de stam 

Hay 4 grupos:
1.  cerrar, querer, perder...
   (e >ie)
2. poder, encontrar, recordar...
   ( o>ue)
3. jugar 
   (u>ue)
4. pedir, servir, seguir...
    (e>i)




1. cerrar
2. poder
3. jugar
4. pedir
yo cierro
yo puedo
yo juego
yo pido
tú cierras
tú puedes
tú juegas
tú pides
el/ella cierra
el/ella puede
el/ella juega
el/ella pide
nosotros cerramos
nosotros podemos
nosotros jugamos
nosotros pedimos
vosotros cerráis
vosotros podéis
vosotros jugáis 
vosotros pedís
ellos/ellas cierran
ellos/ellas pueden
ellos/ellas juegan
ellos/ellas piden
Hoe zat dit ook alweer?

Slide 14 - Slide

nosotros-vorm en vosotros-vorm blijven regelmatig --> andere vormen hebben klinkerwisseling in stam

Werkwoorden met onregelmatige ik-vorm
estar =
zijn
saber = 
weten
ver = 
kijken
poner = 
zetten
salir = 
uitgaan
hacer = 
doen/maken
ofrecer = 
aanbieden
dar = 
geven
yo
estoy
veo
pongo
salgo
hago
ofrezco
doy
estás
sabes
ves
pones
sales
haces
ofreces
das
el/ella/usted
está
sabe
ve
pone
sale
hace
ofrece
da
nosotros
estamos
sabemos
vemos
 ponemos
 salimos
 hacemos
ofrecemos
damos
vosotros
 estáis
 sabéis
 veis 
 ponéis
 salís
 hacéis
 ofrecéis
 dais
ellos/ellas/
ustedes
están
 saben
 ven
 ponen
 salen
 hacen
 ofrecen
 dan

Slide 15 - Slide

de rest van de vormen blijven regelmatig! (dus alleen ik-vorm onregelmatig)
Werkwoorden met klinkerwisseling én onregelmatige ik-vorm
  • ik-vorm is onregelmatig

                           én

  • andere vormen hebben klinkerwisseling in stam (vervoegen volgens de 4 groepen: e > ie, o > ue, u > ue en e > i)
tener = 
hebben
venir = 
komen
decir = 
zeggen
yo 
tengo
vengo
digo
tú 
tienes
vienes
dices
el/ella/usted
tiene
viene
dice
nosotros 
tenemos
venimos
decimos
vosotros 
tenéis
venís
decís
ellos/ellas/
ustedes
tienen
vienen
dicen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden die geheel onregelmatig zijn
ir = 
gaan
ser = 
zijn
yo 
voy
soy
tú 
vas
eres
el/ella/usted
va
es
nosotros 
vamos
somos
vosotros 
vais
sois
ellos/ellas/
ustedes
van
son

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maak aansluitend ej. 16-19 over de onregelmatige werkwoorden (uit roze/rode boekje)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

LEREN:
- Alle stof die je moet weten voor het PW 

MAKEN:
- ej. 16-19 (uit je rode/roze boekje)
Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions