8.5 Rond je cellen

Welkom V2A
timer
3:00
  • Doe je kauwgom in de prullenbak
  • Eten en drinken in je tas
  • Hang je jas over je stoel
  • Doe je telefoon en oordopjes in je tas


  • Pak je boek
  • Pak een schrift
  • Pak een pen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom V2A
timer
3:00
  • Doe je kauwgom in de prullenbak
  • Eten en drinken in je tas
  • Hang je jas over je stoel
  • Doe je telefoon en oordopjes in je tas


  • Pak je boek
  • Pak een schrift
  • Pak een pen

Slide 1 - Slide

8.5 Rond je cellen

Slide 2 - Slide

Wat stroomt er tussen je cellen?

Slide 3 - Mind map

Wat gaan we doen vandaag?
  • Je leert hoe stoffen in en uit je cellen gaan
  • Je leert hoe weefselvloeistof weer in je bloed komt
  • Je leert wat je lymfevatenstelsel nog meer doet


Slide 4 - Slide

Wat doet wat? 
  • Slagaders: vervoeren O2 + glucose naar organen. Zij   vertakken zich in haarvaten.
  • Haarvaten: rode bloedcellen geven O2 af aan het     bloedplasma. Glucose wordt in de haarvaten opgenomen in  de darmen.
  • Aderen: vervoeren O2- arm bloed met afvalstoffen (voedingstoffen = glucose is inmiddels afgegeven). 

Slide 5 - Slide

Elke cel heeft O2 en glucose nodig. Zou iedere cel letterlijk worden bereikt door een haarvat?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Niet iedere cel is dus verbonden met een haarvat. Toch krijgt iedere cel wel voedsel. Hoe dan? 
  • De lage bloeddruk in de haarvaten perst bloedplasma + opgeloste stoffen (glucose + O2) uit de haarvaten.
  • Bloedplasma komt tussen de cellen terecht.
  • Vanaf nu heet het geen bloedplasma maar weefselvocht/vloeistof (WV).
  • WV vloeit/sijpelt tussen alle cellen en bereikt alle cellen.
  • Afgifte van meegenomen O2 aan de cellen + uitwisseling van   voedingsstoffen/afvalstoffen.
  • Proces verbranding kan nu plaatsvinden in de cellen.
     Bron 2 blz. 64 KK!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Een gedeelte van het weefselvloeistof moet terug naar het bloed, anders word je bloed te dik.

Hoe komt het weefselvloeistof nu weer terug in het bloed?

Slide 9 - Open question

Weefselvloeistof kan op 2 manieren weer terug:
  1. Klein gedeelte v/h weefselvloeistof stroomt terug in het haarvat (wordt opgezogen door het haarvat). Het heet dan weer bloedplasma. Bron 4 blz. 65 KK!

  2. Weefselvloeistof wat niet is opgenomen in het haarvat komt terecht in de lymfevaten. Het heet dan lymfe.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Lymfevaten
Kenmerken van lymfevaten:
- Ze hebben een doorlaatbare wand
- Bevatten kleppen (lymfe één kant op stromen).

2 soorten lymfevatensystemen:
- Oppervlakkige lymfevaten: afkomstig v/d huid en de spieren.
- Diepere lymfevaten: afkomstig v/d inwendige organen.


Lymfe(vloeistof) bevat:
- water met opgeloste stoffen / afvalstoffen zoals CO2.
- witte bloedcellen (vorm veranderen en door de wanden van haarvaten en lymfevaten heen).

Slide 12 - Slide

Lymfevatenstelsel
  • Lymfevatenstelsel =
    - lymfevaten
    - lymfeknopen
    - (rechterlymfestam en borstbuis)

  • Lymfeknoop/klier: lymfevaten komen hier bij elkaar.
     Bron 3 blz. 65 KK!

  • Lymfe uiteindelijk weer terug in het bloed d.m.v. de rechterlymfestam
     en de borstbuis die gekoppeld zitten aan de bovenste holle ader.

Slide 13 - Slide

Lymfeknoop of klier:
  • Lymfeknoop/klier
    – bevatten schotjes
    – vertragen lymfe
    – controle witte bloedcellen op ziekteverwekkers/
        schadelijke stoffen. 
  • Grootste lymfeklier = milt
  • Lymfoedeem = ophoping teveel lymfe.
    (zie foto rechts. Lymfevocht wordt dan niet goed afgevoerd)
Bron 5 blz. 66 KK

Slide 14 - Slide

In bloedvaten
Tussen de cellen
In de lymfevaten
Bloedplasma
Lymfevloeistof
Weefselvloeistof

Slide 15 - Drag question

Wat bevindt zich op plaats P?
A
Bloed
B
Lymfe
C
Weefselvloeistof

Slide 16 - Quiz

Waar bevinden witte bloedcellen zich in het lichaam?
A
Alleen in bloed
B
Alleen in weefselvloeistof
C
In bloed en weefselvloeistof
D
In bloed, lymfe, weefselvloeistof

Slide 17 - Quiz

Lymfe ontstaat doordat bloedplasma eerst...?
A
Lymfe wordt en daarna weefselvloeistof
B
Weefselvloeistof wordt en daarna lymfe

Slide 18 - Quiz

Waaruit bestaat lymfe?

Slide 19 - Open question

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 20 - Quiz

Volgende week
  • Woensdag 24/3 SO hoofdstuk 8 in TestFox
  • Neem je laptop mee!!
  • Maak een samenvatting van de lesstof
  • Voorbereiding op toets PTO3

Slide 21 - Slide