Les 2.4 Betrouwbaarheid van een tekst

Wat gaan we doen vandaag?
  • Na deze les kun je een beslissing nemen over de betrouwbaarheid van een tekst.

  • NuNederlands 1.3 uitleg.

  • Opdracht 1 en 2 maken.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
  • Na deze les kun je een beslissing nemen over de betrouwbaarheid van een tekst.

  • NuNederlands 1.3 uitleg.

  • Opdracht 1 en 2 maken.

Slide 1 - Slide

Betrouwbaarheid van een tekst.
  • Is de auteur BETROUWBAAR?
  • JUISTHEID: meningen of feiten?
  • VOLLEDIGHEID: zijn er bronnen of verwijzingen?
  • Is de tekst nog ACTUEEL?
  • Zijn de bronnen CONTROLEERBAAR?

Slide 2 - Slide

Betrouwbaarheid van een tekst.
https://speld.nl/2018/09/09/tinder-alle-kinderen-die-jullie-dankzij-onze-app-verwekken-zijn-van-ons/


Waar gaat de tekst over?
Hoe betrouwbaar lijkt deze tekst?
Wat wil de schrijver bereiken?

Slide 3 - Slide

Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
Zoek naar FEITEN want een feit kun je CONTROLEREN.

  • Schrijver - Heeft die er wel verstand van? 
  • Bron - Waar komt de tekst vandaan? Heeft iemand belang bij de informatie?
  • Doel - Willen ze jou overtuigen? Moet je iets kopen?  
  • Datum - Is er alweer van alles veranderd? 


Slide 4 - Slide

Een paar voorbeelden

Slide 5 - Slide

Betrouwbaar of onbetrouwbaar?
De slaaptabletten zijn veilig in het verkeer.

(Uit een folder van samenwerkende apothekers.)

Slide 6 - Slide

Betrouwbaar of onbetrouwbaar?
De slaaptabletten zijn veilig in het verkeer.

(Uit een folder van de grootste producent ter wereld van medicijnen.)

Slide 7 - Slide

Betrouwbaar of onbetrouwbaar?
Steeds meer mensen doen een beroep op schuldhulpverlening.

(Centraal Bureau voor Statistiek.)

Slide 8 - Slide

Betrouwbaar of onbetrouwbaar?
De reorganisatie bij de politie begint vruchten af te werpen.

(Minister van Binnenlandse Zaken in een interview.)

Slide 9 - Slide

Terugblik.
Betrouwbaarheid van de tekst:
  • Waar let je op als je wilt weten of een tekst betrouwbaar is?
  • Schrijver, bron, datum, doel.

  • Start nu met opdracht 1 en 2.
  • Werk in stilte.
  • Vragen? Hand in de lucht.
  • Klaar? Start met opdracht 3 en 4.

Slide 10 - Slide