This lesson contains 15 slides, with text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H2: Tussen de oorlogen
§2.4 De verzuiling in Nederland
Slide 1 - Slide
Plan vandaag
Verzuiling in Nederland opdracht
Welvaart en politiek
Leerdoelen:
1. In deze paragraaf leer je welke sociale verdeling bestond in Nederland.
2. In deze paragraaf leer je hoe de economie zich ontwikkelde.
3. In deze paragraaf leer je welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden.
Slide 2 - Slide
In de 19e eeuw raakte de samenleving verdeeld in vier levensbeschouwelijke groepen: dit wordt verzuiling genoemd.
Er kwamen speciale scholen, sportverenigingen, vakbonden, kranten, radiozenders, en politieke partijen.
Mensen van verschillende zuilen gingen niet of nauwelijks met elkaar om
De verzuiling in Nederland
Slide 3 - Slide
Er waren vier verschillende zuilen in Nederland. Deze staan op het werkblad.
Schrijf in iedere zuil in wat er bij hoorde, denk aan:
politieke partij
vakbond
krant
radio
school
vereniging
De verzuiling in Nederland
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Voor de economische wereldcrisis was er in Nederland weinig werkeloosheid, veel welvaart en vrije tijd.
Na de crisis stort ook de Nederlandse economie in:
overheid zorgt voor uitkeringen
om zwartwerken te voorkomen moesten mensen stempelen
Welvaart en armoede
Slide 9 - Slide
Hendrik Colijn werd in 1933 minister-president.
Niet geld uitgeven maar bezuinigen
Hij zette in op aanpassingspolitiek: verlaging van de salarissen van ambtenaren en leraren en van de werklozenuitkeringen.
aantal werkelozen verdubbelde
Hield vast aan de gouden standaard: gulden een vast gewicht aan goud waard
1936 liet gouden standaard los en de economie verbeterd
(Niet) Aanpassings-politiek
Slide 10 - Slide
Ook in Nederland was er veel kritiek op de democratie: er werd slap geregeerd en partijen hielden alleen rekening met hun kiezers, niet het nationale belang
gevolg: opkomst fascistische partijen zoals de Nationaalsocialistische Beweging (NSB)
Maar de NSB behaalde geen slechts 4% van de stemmen.
Leg uit waarom de situatie in Nederland niet gunstig was voor de opkomst van de NSB. Maak in je antwoord een vergelijking met de opkomst van fascistische partijen in Italië en Duitsland