2T H4.1+H4.2 + H4.3

Wat is het derde onderdeel in een schakeling?
een gebruiker, verbindingsdraden en ...
A
spanningsbron
B
stroombron
C
stopcontact
D
amperemeter
1 / 10
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is het derde onderdeel in een schakeling?
een gebruiker, verbindingsdraden en ...
A
spanningsbron
B
stroombron
C
stopcontact
D
amperemeter

Slide 1 - Quiz

Je verbindt een lampje en een batterij met één snoer.
Gaat het lampje branden?
A
Ja, want er gaat energie van de batterij naar het lampje
B
Ja, want je maakt gebruik van een spanningsbron
C
nee, want de stroomkring is niet gesloten
D
Nee, want je hebt geen schakelaar

Slide 2 - Quiz

Welke stof is een geleider?
A
aluminium
B
glas
C
pvc
D
rubber

Slide 3 - Quiz

Welke stof is een isolator
A
Aluminium
B
glas
C
koolstof
D
staal

Slide 4 - Quiz

0,125 A = ....... mA
A
0,000125
B
0,125
C
1,25
D
125

Slide 5 - Quiz

Welke uitspraak is waar?
A
De spanning geeft aan hoeveel deeltjes er per seconde voorbij komen.
B
De spanning geeft aan hoeveel energie elk deeltje afgeeft.
C
De spanning geeft aan hoeveel energie elk deeltje bij zich heeft.
D
De spanning geeft aan hoe groot de elektrische stroom is.

Slide 6 - Quiz

Hoe groot is de netspanning in Nederland?
A
24 V
B
220 V
C
230 V
D
10.000 V

Slide 7 - Quiz

In een schakeling zijn drie lampjes in serie geschakeld.
Een van de lampjes wordt er uitgedraaid.
Wat gebeurt er met de andere lampjes?
A
Deze blijven branden
B
Deze gaan uit

Slide 8 - Quiz

In een schakeling zijn drie lampjes parallel geschakeld.
Een van de lampjes wordt er uitgedraaid.
Wat gebeurt er met de andere lampjes?
A
Deze blijven branden
B
Deze gaan uit

Slide 9 - Quiz

Hoeveel verschillende stroomkringen bevat een serieschakeling van
4 lampjes?
A
1
B
2
C
4
D
dit kun je niet zeggen

Slide 10 - Quiz