Hoofdstuk 3 lezen, deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Fijn dat je er bent. Typ in de chat "aanwezig" om te laten weten dat je er bent.

Hoe zien de lessen er de komende tijd uit?

• De komende twee weken online les: maximaal 30 minuten online, hierna zelf thuis verder met opdrachten. 
• Zorg ervoor dat je op tijd aanwezig bent in de online les. 
• Laat weten dat je er bent door aan het begin van de les "aanwezig" in de chat te typen.
• Zorg ervoor dat je bijblijft met de opdrachten.

Hoe zien de lessen er de komende tijd uit?

• Zorg ervoor dat je al je spullen vóór de start van de les bij de hand hebt (boek, schrift, pen).
• Heb je een vraag? Steek je hand op.
• Je camera is tijdens de les aan. Je microfoon is uit totdat je de beurt krijgt. 

Wat gaan we doen vandaag?

• Start H3: Lezen
• Lesdoel
• Voorkennis
• Startopdracht
• Uitleg
• Zelfstandig aan het werk 

Lesdoel

Aan het einde van deze les kan je tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Tekstverbanden en
signaalwoorden

Startopdracht

We maken gezamenlijk de startopdracht.

Welke twee andere woorden zou je op de plek van "indien" kunnen zetten?

Juiste antwoord is: als, wanneer

Met welk middel is het uitneemprobleem van beschuiten opgelost?

1. Een inkeping in het beschuit
2. Minder beschuiten in een rol
3. Een andere verpakking
4. Er is nog geen oplossing

Wat geeft de rechtbank toe in alinea 2?

1. Dat iedereen deze uitvinding had kunnen doen.
2. Dat anderen ook al op deze oplossing waren gekomen.
3. Dat de uitvinding niet zo nuttig is.
4. Dat de uitvinding eenvoudig is.

Herschrijf de eerste zin van alinea 2. Begin met "Ook al..."

Wat betekent "al met al"?

1. Toch
2. Maar
3. Samenvattend
4. Bovendien

Tekstverbanden en signaalwoorden

• Welke signaalwoorden vind je in de voorbeeldzinnen? 
• Schrijf ze op in je schrift! 

Doel-middel verband

• Welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken?
• Hij studeert hard om te slagen voor zijn examen.
•  Hij snoeide de heg met behulp van een heggenschaar.

Samenvattend verband

• De schrijver geeft een verkorte weergave van de informatie uit de tekst.
• Kortom, fysiek onderwijs blijft toch een stuk leuker dan online onderwijs.
• Al met al is dat een geweldig resultaat. 

Voorwaardelijk verband

• Een voorwaardelijk verband maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt.
• Wanneer het regent, brengt mijn vader mij met de auto naar school.
• Als ik een mooi cijfer heb gehaald op de toets, eten we vanavond pannenkoeken. 

Toegevend verband

• Bij een toegevend verband wordt een andere kant van de zaak aangegeven.
• Hoewel Els lage cijfers haalt op natuurkunde, is het toch haar lievelingsvak. 
• Ook al regent het, vandaag ga ik op de fiets naar school.

Welke signaalwoorden zaten in de voorbeeldzinnen?

om te

met behulp van

kortom

al met al

wanneer

als

hoewel

ook al

Zelfstandig aan het werk

• Maak opdracht 1 op pagina 73.
•  Deze opdracht maak je af vóór de les op donderdag 7 januari. Noteer de antwoorden in je schrift of maak de hele opdracht in Nieuw Nederlands online.
• Donderdag bespreken we de antwoorden.
• Heb je vragen? Ik ben online, je kan tot het einde van het lesuur een vraag stellen via de chat.