My family (vocab)

Vertaal:
oom
A
Ome
B
Onkel
C
Uncle
D
Aunt
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vertaal:
oom
A
Ome
B
Onkel
C
Uncle
D
Aunt

Slide 1 - Quiz

Vertaal: zus
A
Sister
B
Brother
C
Niece
D
Zizzy

Slide 2 - Quiz

Vertaal: broer
A
Aunt
B
Brother
C
Sister
D
Nephew

Slide 3 - Quiz

Hoe heten je ouders in het Engels?
A
Olders
B
Elders
C
Granny
D
Parents

Slide 4 - Quiz

Vertaal:
Tante
A
Tent
B
Aunt
C
Ant
D
Tenty

Slide 5 - Quiz

Vertaal:
nichtje
A
niece
B
nephew
C
nice
D
aunt

Slide 6 - Quiz

Vertaal:
stiefmoeder
A
stepmother
B
stepfather
C
stepbrother
D
stepsister

Slide 7 - Quiz

Vertaal:
Kleindochter
A
grandson
B
grandfather
C
granddaughter
D
grandmother

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je in het Engels al je broers en zussen samen?
A
family
B
siblings
C
parents
D
brosisters

Slide 9 - Quiz

vertaal: opa
A
father
B
grandfather
C
granny
D
grandmother

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide