Les 4: lezen (b5.14/ k5.14)

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel



timer
0:30
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel



timer
0:30

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Als het goed is heb je deze in je ebook (leermiddelen Nederlands) gemaakt, zo niet dan leg je de opdrachten in je schrift open op je tafel voor controle.

B: blok 5, spreken, kijken en luisteren, §5.16, opdracht 43, 46
K: blok 5, spreken, kijken en luisteren, §5.16, opdracht 43, 46


timer
3:00
BK

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 
- Ik kan van een tekst aangeven of het teksdoel overtuigen is. 
B: blok 5, §5.14, blz 206
K: blok 5, §5.14, blz 241

Slide 4 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik
Hieronder staan vier programma’s beschreven. In welk programma is het doel
   overtuigen?

  A Nederland onder de loep
   Elke week laten we je een mooi plekje in Nederland zien.
 
 B Oude legendes
   Is er misschien iets waar van oude legendes? Ga mee op deze spannende ontdekkingstocht.
 
C De beste film van 2014
   Acteurs vertellen welke film de prijs moet krijgen en waarom.

 D KoopTV
   De beste producten voor u op een rijtje!























Slide 5 - Slide

Tekstdoel - overtuigen
Je hebt tot nu toe vier tekstdoelen geleerd: informeren, amuseren, overhalen en uitleg geven
Hier komt er een vijfde tekstdoel bij. 
Als de schrijver van een tekst zijn mening geeft en vertelt waarom hij dit vindt, is het tekstdoel: overtuigen.
Dit noemen we dan een overtuigende tekst. 

Slide 6 - Slide

Informatie geven

Een schrijver kan als doel hebben om de lezer te informeren (informatie te geven). Denk hierbij aan een krantenbericht of een verslag van een sportwedstrijd.

Slide 7 - Slide

Uitleg geven
De schrijver wil je iets leren of uitleggen. Denk hierbij aan een recept, een studietekst of een gebruiksaanwijzing.

Slide 8 - Slide

Overhalen
De schrijver wil je iets laten doen. Denk hierbij aan een reclametekst, uitnodiging of een advertentie.

Slide 9 - Slide

Overtuigen (mening geven)
De schrijver wil zijn mening geven over een onderwerp. Denk hierbij aan een blog, recensie, een meningtekst in een krant of tijdschrift of een column. 

Slide 10 - Slide

Amuseren
De schrijver wil je amuseren. Denk hierbij aan een verhaal of een strip. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Tekstvormen en tekstsoorten
Tekstvorm:
Een tekst kan in verschillende vormen voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan een gedicht, een nieuwsbericht of een reclametekst. Zelfs een graffitiwoord op een muur is een tekstvorm.  Een tekstvorm is dus hoe een tekst eruit ziet.


Tekstsoort:
Onder een tekstsoort vallen alle teksten die samen dezelfde kenmerken hebben. Je kunt dan denken aan de vorm van de tekst, de inhoud van de tekst en het doel van de tekst. De tekstsoort is dus het soort tekst waaronder je de tekst kan scharen. We onderscheiden de volgende tekstsoorten: 
  • Informerende (doel = informeren)  
  • uiteenzettende teksten (doel = uitleggen) 
  • Activerende teksten (doel = overhalen) 
  • Betogende teksten (doel = overtuigen) 
  • Amuserende teksten (doel = amuseren/vermaken)

Slide 13 - Slide

Overtuigen en activeren zijn niet hetzelfde
Let op: overtuigen en activeren lijken op elkaar. De verschillen:

  • Bij overtuigen wil de schrijver je mening veranderen (in je hoofd). Bijvoorbeeld: van een neutraal standpunt / geen mening over vlees eten naar tégen het eten van vlees.
  • Bij activeren wil de schrijver dat je iets gaat doen (fysiek, in de echte wereld). Bijvoorbeeld: een account aanmaken, iets kopen, een petitie ondertekenen, een abonnement nemen.

Slide 14 - Slide

Wat is het tekstdoel van de folder die ik van de Albert Heijn op mijn deurmat vind?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 15 - Quiz

Wat is het tekstdoel van het boek Harry Potter en de steen der wijzen?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 16 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief in de krant die gaat over meer speeltuinen in Almelo.
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 17 - Quiz

Aan het werk
B: blok 5, lezen, §5.14, opdracht 33
K: blok 5, lezen, §5.14, opdracht 32

klaar? woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek
niet klaar? dan is dit je huiswerk

Slide 18 - Slide

Afsluiting
- Welke 5 doelen voor een tekst kennen we nu?
- Wat is het verschil tussen een tekstsoort en een tekstvorm?
- Wat is het verschil tussen uitleggen en informeren?
- Wat is het v

Slide 19 - Slide

Huiswerk
B: blok 5, lezen, §5.14, opdracht 33
K: blok 5, lezen, §5.14, opdracht 32

Slide 20 - Slide