Activiteiten

Activiteiten voor kinderen met een handicap.
Binnen= beginnen
Start lesson up en vul de code in!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Activiteiten voor kinderen met een handicap.
Binnen= beginnen
Start lesson up en vul de code in!

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Je kunt het doel van de activiteit aangeven
- Je kunt verschillende activiteiten, spellen en spelvormen uitleggen
- Je kunt een activiteit kiezen die aansluit bij het individu en/of de doelgroep, rekening houdend met de mogelijkheden
- Je kunt een activiteit kiezen die past binnen de beschikbare tijd.

Slide 2 - Slide

Planning
Instructie
Uitleg opdracht
Keuze in praktijkopdrachten
Aan de slag

Slide 3 - Slide

Doelgroepen
Indelen op basis van gezamenlijke kenmerken, zoals leeftijd, hobby’s, ziekte, handicap.

Slide 4 - Slide

Doelgroepen

Slide 5 - Mind map

Heterogene  groep


In deze groep zijn de verschillen groter. Er is bijvoorbeeld een groter leeftijdsverschil, geslacht, handicap, hobby.

Homogene groep


Dezelfde kenmerken hebben. De mensen in de groep zijn bijvoorbeeld ongeveer even oud en van hetzelfde geslacht, zoals bij een voetbalteam.

Dezelfde handicap of hobby.

Slide 6 - Slide

 Verticale groep

 Verschillende leeftijden. Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met kinderen van 0 t/m 4 jaar in dezelfde groep.
 Horizontale groep

 Dezelfde leeftijden. 
Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met alleen baby’s in dezelfde groep.

Slide 7 - Slide

De groep bestaat uit jongens in de leeftijd van 14 en 15 jaar.
A
Homogene/ horizontale groep
B
Homogene groep
C
Verticale/ heterogene groep
D
Heterogene groep

Slide 8 - Quiz

Verticale groep bestaat uit?
A
Volwassen in de leeftijd van 44/45 jaar
B
Kinderen in de leeftijd van 16 jaar
C
Kinderen in de leeftijd van 0 t/m 4 jaar
D
Ouderen in de leeftijd van 80 t/m 90 jaar

Slide 9 - Quiz

In deze groep zitten jong volwassen (18 t/m 23 jaar) die een Lichamelijke beperking hebben.
A
Verticaal/ Homogene groep
B
Verticaal/ Heterogene groep
C
Horizontaal/heterogene groep
D
Horizontaal/ Homogene groep

Slide 10 - Quiz

Waar moet je rekening mee houden als je een activiteit wil organiseren?

Slide 11 - Open question

Voor meneer Jansen is het belangrijk dat hij bewegingsspelletjes doet. Welke van onderstaande spellen is een bewegingsspel?
A
bal gooien
B
voorlezen
C
bingo
D
kaarten bij de kaartclub

Slide 12 - Quiz

Welke activiteiten stimuleert de fijne motoriek?

meerdere antwoorden mogelijk
A
verstoppertje spelen
B
tekening maken
C
voetballen
D
knippen en plakken

Slide 13 - Quiz

Wat is een activiteiten programma?
A
Eén activiteit voor een hele dag
B
Een aantal activiteiten achter elkaar aan
C
Een optreden waarbij je mee mag doen?

Slide 14 - Quiz

Opdracht activiteiten programma

- Lees de opdracht goed door 



Slide 15 - Slide

Activiteit organiseren
- Tabel in WORD om het activiteitenprogramma te kunnen maken.
- Je houdt rekening met de beperking van de kinderen.
- Je licht het programma toe in het verslag.


Slide 16 - Slide

Maken opdracht activiteitenprogramma.

- Lees de opdracht goed door. 
- Arceer voor jezelf belangrijke punten.
- Gebruik de hulpwerkkaart; Hoe stel je een activiteitenprogramma samen? - - Lees deze stap voor stap voor stap door. 
- Beschrijf alles zo uitgebreid mogelijk.
- Waarom? Iemand anders moet het programma zonder vragen kunnen uitvoeren.

Slide 17 - Slide

Neem dit schema over in Word

Slide 18 - Slide

Activiteitenprogramma
  • Doelgroep
  • leeftijd/beperking
  • brainstorm
  • schema
  • wat kan er fout gaan? + oplossing
  • Informatie:  doel en activiteiten

Slide 19 - Slide

Rollenspel
In 2- tallen ga je praktijk oefenen. 
Zorg dat je beide opdrachten hebt uitgevoerd VOOR de praktijktoets!
LET OP! Je mag maximaal 20 minuten oefenen!! 
Gebruik de werkkaarten!!
1. Rollenspel cliënt in bed helpen (alleen in lokaal 109).
2. Cliënt wassen op bed ( Truus kan ook naar 112 )
2. Rollenspel cliënt in de rolstoel helpen en de rolstoel duwen
Aan het einde van het rollenspel evalueer je hoe je het ervaren hebt.
Als je moet wachten ga je met andere opdrachten bezig.

Slide 20 - Slide