Doelgroepen leren kennen

Het kinderdagverblijf
Doelgroepen leren kennen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Het kinderdagverblijf
Doelgroepen leren kennen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een doelgroep is.
Je kunt uitleggen de verschillende soorten groepen/.
Je kunt het verschil tussen fijne- en grove motoriek uitleggen.
Je kunt creatieve, educatieve en sportieve activiteiten bedenken voor kinderen van 0 t/m 12 jaar.
Je kunt daarbij rekening houden met (specifieke) doelgroepen en de motoriek.

Slide 2 - Slide

VERSCHILLENDE VORMEN
VAN KINDEROPVANG
  • Kinderdagverblijf
  • Naschoolse opvang 
  • Voorschoolse opvang 
  • Gastouderopvang  

Slide 3 - Slide

Wat weet jij over het begrip
"Doelgroep"

Slide 4 - Mind map

Doelgroep
gezamenlijke kenmerken:
 zoals leeftijd, hobby’s, ziekte, handicap 

Slide 5 - Slide

Soorten groepen
Je kunt activiteiten aanbieden aan een individu. Dit betekent dat je met één persoon een activiteit doet. 
Je kunt ook activiteiten aanbieden aan een groep. 
Een groep bestaat uit meerdere personen. 

Slide 6 - Slide

Soorten groepen:

Slide 7 - Mind map

Heterogene  groep


In deze groep zijn de verschillen groter. Er is bijvoorbeeld een groter leeftijdsverschil, geslacht, handicap, hobby.

Homogene groep


Dezelfde kenmerken hebben. De mensen in de groep zijn bijvoorbeeld ongeveer even oud en van hetzelfde geslacht, zoals bij een voetbalteam.

Dezelfde handicap of hobby.

Slide 8 - Slide

 Verticale groep

 Verschillende leeftijden. Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met kinderen van 0 t/m 4 jaar in dezelfde groep.
 Horizontale groep

 Dezelfde leeftijden. 
Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met alleen baby’s in dezelfde groep.

Slide 9 - Slide

Geef een voorbeeld van een activiteit met
fijne motoriek en een van
grove motoriek

Slide 10 - Open question

Grove motoriek
fijne motoriek

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Opdracht
Doelgroep leren kennen

Slide 13 - Slide

Opdracht maken
• Maak een tabel met verschillende activiteiten.
• Verzin per leeftijdsgroep 2 activiteiten (0 t/m 4 jaar, 4 t/m 6 jaar, 6 t/m 9 jaar en 10 t/m 12 jaar)
• Bied creatieve, educatieve en sportieve activiteiten aan
• Beschrijf het doel (creatief, educatief, sport), welke materialen je nodig hebt en de duur van de activiteit.
• Schrijf een stukje over hoe je rekening kunt houden bij de activiteiten met kinderen met gedragsproblemen en lichamelijke beperkingen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Wanneer af? Na 30 minuten.
Ben je klaar? Print je opdracht uit en laat de docent controleren!

Slide 16 - Slide

De groep bestaat uit meisjes in de leeftijd van 1 à 2 jaar.
A
Homogene/ horizontale groep
B
Homogene groep
C
Verticale/ heterogene groep
D
Heterogene groep

Slide 17 - Quiz

Verticale groep bestaat uit?
A
Volwassen in de leeftijd van 44/45 jaar
B
Kinderen in de leeftijd van 16 jaar
C
Kinderen in de leeftijd van 0 t/m 4 jaar
D
Ouderen in de leeftijd van 80 t/m 90 jaar

Slide 18 - Quiz

In deze groep zitten kinderen (5 t/m 10 jaar) die een lichamelijke beperking hebben.
A
Verticaal/ Homogene groep
B
Verticaal/ Heterogene groep
C
Horizontaal/heterogene groep
D
Horizontaal/ Homogene groep

Slide 19 - Quiz

Waar moet je rekening mee houden als je een activiteit wil organiseren?

Slide 20 - Open question

Tot 4 jaar kunnen kinderen naar een crèche of kinderdagverblijf.
Wie zijn dat?
A
Baby, peuter, puber
B
Baby, kleuter, dreumes
C
Baby, dreumes, peuter
D
Dreumes, kleuter, puber.

Slide 21 - Quiz

12-18
6-12
4-6
2-4
Kleuter
Peuter
schoolkind
Puber

Slide 22 - Drag question


Bij welke activiteiten maak je gebruik van de fijne motoriek en grove motoriek? Sleep de activiteiten die vallen onder fijne/grove motoriek naar de juiste vakken.


Fijne motoriek
Grove  motoriek
Appels schillen



Fotograferen
Handballen
Mountainbiken
Sms’en
Tanden poetsen
Hardlopen
Nagels knippen
Veters strikken

Slide 23 - Drag question