3.1 licht en schaduw

Welkom :)

Ik start de les om 12.05

Zorg dat je dan voor je hebt liggen:
Boek A, Geodriehoek of liniaal, 3 kleurtjes, Laptop
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)

Ik start de les om 12.05

Zorg dat je dan voor je hebt liggen:
Boek A, Geodriehoek of liniaal, 3 kleurtjes, Laptop

Slide 1 - Slide

3.1 licht en schaduw

Slide 2 - Slide

afspraken in mijn les
  • Tijdens de les heb je je boek bij je.
  • Huiswerk wordt voortaan in je boek gemaakt en dit wordt ook gecheckt.
  • Elke les beginnen we voortaan met de goede antwoorden bespreken van paragraaf ervoor!

Slide 3 - Slide

Introductie maken (digitaal of online)
timer
8:00

Slide 4 - Slide

leerdoelen
3.1.1 Je kunt het verschil tussen directe en indirecte lichtbronnen benoemen.
3.1.2 Je kunt lichtstralen tekenen.
3.1.3 Je kunt het verschil tussen drie soorten lichtbundels uitleggen.
3.1.4 Je kunt de schaduw construeren van een voorwerp waar licht op valt.

Slide 5 - Slide

lichtbronnen
je hebt directe lichtbronnen dit zijn dingen waarvan licht direct van af komt.

dingen die licht weerkaatsen maar zelf dus niet de bron zijn noemen we indirecte lichtbron.

Slide 6 - Slide

De maan is een indirecte lichtbron
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

lichtstralen
Een lichtbron straal lichtstralen uit. 

Je tekent lichtstralen als rechte lijnen met een pijl erin. De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan. 

Teken lichtstralen altijd met een liniaal of een geodriehoek.

Slide 8 - Slide

lichtbundels
Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel.

Je hebt 3 soorten lichtbundels:
-evenwijdige lichtbundel
-divergente lichtbundel
-convergente lichtbundel

Slide 9 - Slide

evenwijdige lichtbundel.
De afstand tussen de lichtstralen in zo’n lichtbundel blijft gelijk.

Ze lopen dus recht uit de bron.

Denk bijvoorbeeld aan lasers.

Slide 10 - Slide

divergente lichtbudel
Divergeren betekent uit elkaar gaan.
De lichtstralen lopen steeds verder uiteen van de bron.

Denk bijvoorbeeld aan schijnwerpers

Slide 11 - Slide

convergente lichtbundel
Convergeren betekent naar elkaar toe bewegen.

De lichtstralen bewegen vanuit de bron steeds meer naar elkaar toe naar 1 punt. 

Denk bijvoorbeeld aan een vergrootglas.

Slide 12 - Slide

evenwijdige lichtbundel
divergente lichtbundel
convergente lichtbundel

Slide 13 - Drag question

opdracht 6-7-8-9 (BLZ 140-141)

timer
8:00

Slide 14 - Slide

schaduw
De schaduw is het gebied waar de lichtstralen niet kunnen komen.

Aan de rand van de schaduw komen licht en schaduw tegen elkaar. De lichtstralen die nog net langs de tafel gaan, heten de randstralen.

Slide 15 - Slide

Je schijnt met een zaklamp op een witte muur. Voor de muur hangt een kunststof blokje.

Op welke plek(ken) zie je een schaduw?
A
P
B
Q
C
R

Slide 16 - Quiz

opdracht  1 t/m 15 ( 138 t/m 144)

Slide 17 - Slide

Zelf aan de slag
Wat: Maar opdracht 1 tm 15
Hoe: Zelfstandig en in stilte - In je boek (of werkbladen)
Hulp nodig: Hand opsteken
Klaar? Start met lezen H3.2 (online)

Slide 18 - Slide

Plan van deze les
- Afmaken 3.1 - gebruik de papieren van vorige keer
- Herhaling 3.1
- Lesson-up vragen van 3.1
- Uitleg 3.1


Slide 19 - Slide

De maan is een indirecte lichtbron
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

evenwijdige lichtbundel
divergente lichtbundel
convergente lichtbundel

Slide 21 - Drag question

Je schijnt met een zaklamp op een witte muur. Voor de muur hangt een kunststof blokje.

Op welke plek(ken) zie je een schaduw?
A
P
B
Q
C
R

Slide 22 - Quiz