H3 LICHT - §1 licht en schaduw (goed)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

§1 licht en schaduw

Agenda

• H3 Licht starten
  
• H3.1 Licht en schaduw uitelg
  
• Zelfstandig werken
  
• Afsluiten
  

leerdoelen

• Je kunt het verschil tussen directe en indirecte lichtbronnen benoemen.
  
• Je kunt lichtstralen tekenen.
  
• Je kunt het verschil tussen drie soorten lichtbundels uitleggen.
  
• Je kunt de schaduw construeren van een voorwerp waar licht op valt.
  

lichtbronnen

directe lichtbronnen dit zijn dingen waarvan licht direct van af komt.

indirecte lichtbron: dingen die licht weerkaatsen maar zelf dus niet de bron zijn.

proef 1 (blz 137-138)

lichtstralen

Een lichtbron straal lichtstralen uit. 

Je tekent lichtstralen als rechte lijnen met een pijl erin. De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan. 

Teken lichtstralen altijd met een liniaal of een geodriehoek.

opdracht 1-2-3-4-5 (blz 138-139)

lichtbundels

Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel.

Je hebt 3 soorten lichtbundels:

• evenwijdige lichtbundel
• divergente lichtbundel
• convergente lichtbundel

evenwijdige lichtbundel.

• De afstand tussen de lichtstralen in zo’n lichtbundel blijft gelijk.
• Ze lopen dus recht uit de bron.

Denk bijvoorbeeld aan lasers.

divergente lichtbudel

• Divergeren betekent uit elkaar gaan.
• De lichtstralen lopen steeds verder uiteen van de bron.

Denk bijvoorbeeld aan schijnwerpers

convergente lichtbundel

• Convergeren betekent naar elkaar toe bewegen.
• De lichtstralen bewegen vanuit de bron steeds meer naar elkaar toe naar 1 punt. 

Denk bijvoorbeeld aan een vergrootglas.

evenwijdige lichtbundel

divergente lichtbundel

convergente lichtbundel

opdracht 6-7-8-9 (blz 140-141)

schaduw

De schaduw is het gebied waar de lichtstralen niet kunnen komen.

Aan de rand van de schaduw komen licht en schaduw tegen elkaar.

De lichtstralen die nog net langs de tafel gaan, heten de randstralen.

Je schijnt met een zaklamp op een witte muur. Voor de muur hangt een kunststof blokje.

Op welke plek(ken) zie je een schaduw?

1. P
2. Q
3. R

opdracht 10-11-12-13-14-15 (blz 142-143-144)

Afsluiting

Een lichtbron is een voorwerp dat zelf licht uitstraalt.

Een kunstmatige lichtbron is door mensen gemaakt.

Een natuurlijke lichtbron komt voor in de natuur.

Een verlicht voorwerp wordt zelf een indirecte lichtbron.

Lichtstralen teken je als rechte lijnen met een pijl erin.

De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan.

Afsluiting

Een lichtbundel is een verzameling lichtstralen.

In een evenwijdige lichtbundel blijft de afstand tussen de lichtstralen gelijk.

In een divergente lichtbundel bewegen de lichtstralen steeds verder uit elkaar.

In een convergente lichtbundel bewegen de lichtstralen naar elkaar toe.

De schaduw is het gebied waar lichtstralen niet kunnen komen.

De randstralen zijn de rand van de schaduw.

Huiswerk

Lees en maak digitaal alle opgaven van H3.1