week 7 - les 7 - H5 grammatica

 maandag 15 februari
  • herhaling lesstof van donderdag 
  • Nakijken opdrachten 1 + 2 van p.156/157 m.b.v. Kahoot
  • theorie hoofdzin/bijzin/voegwoord m.b.v. quizvragen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 maandag 15 februari
  • herhaling lesstof van donderdag 
  • Nakijken opdrachten 1 + 2 van p.156/157 m.b.v. Kahoot
  • theorie hoofdzin/bijzin/voegwoord m.b.v. quizvragen

Slide 1 - Slide

Vorige week
  • zin met één persoonsvorm              enkelvoudige zin
  • zin met meer dan één persoonsvorm          samengestelde zin (= meerdere enkelvoudige zinnen aan elkaar geplakt door voegwoord)

Slide 2 - Slide

Plaats van persoonsvorm in de zin 
Persoonsvormen in enkelvoudige zinnen: staan op 1e of 2e plaats in de zin.
Ik zal de was aan de waslijn hangen./ Zal ik de was aan de waslijn hangen?

Persoonsvormen in samengestelde zinnen: staan op verschillende plaatsen.
Ik zal (2e plaats) de was aan de waslijn hangen, omdat het droog is. (laatste plaats)
Ik zal (2e plaats) de was aan de waslijn hangen, want het is (2e plaats) droog.




Slide 4 - Slide

Hoofd- en bijzinnen
Samengestelde zinnen kunnen uit hoofd- en bijzinnen bestaan. 

De plaats van de persoonsvorm en het soort voegwoord laat zien om wat voor soort zin het gaat.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Je hoeft niet bang te zijn, omdat een blaffende hond niet bijt.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 10 - Quiz

We moeten afwachten of Nederland snel uit de crisis komt.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 11 - Quiz

nevenschikkende voegwoorden
  • Voegwoorden die twee hoofdzinnen aan elkaar voegen.
  • Dit zijn nevenschikkende voegwoorden: HZ + HZ
  • maar, want, en, dus , of (niet altijd)
  • Let op: een zin kan ook met een voegwoord beginnen!

Slide 12 - Slide

onderschikkende voegwoorden
  • Voegwoorden die een hoofdzin en een bijzin aan elkaar voegen.
  • Dit zijn onderschikkende voegwoorden: HZ + BZ / BZ +HZ
  • omdat, terwijl, als, toen, opdat, hoewel, doordat, of (niet altijd), mits, nadat, etc.
  • Let op: de zin kan ook met een voegwoord beginnen!

Slide 13 - Slide

In dat café kom ik graag, omdat daar altijd mooie herinneringen bovenkomen.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 14 - Quiz

De boer bewerkt het land, zodat daar weer bloemkool kan groeien
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 15 - Quiz

Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet goed
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Huiswerk di 16/2
Afmaken opdracht 1 + 2 van p.158

Slide 18 - Slide