BS 1 en 2 Stofwisseling en verbranding 1

Thema 1 Verbranding en ademhaling
BS 1 Stofwisseling:
  • Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose
  • Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt

BS 2 Verbranding:
  • Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit
  • Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat
10 vragen
15 punten
Cijfer = score/1,5
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 1 Verbranding en ademhaling
BS 1 Stofwisseling:
  • Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose
  • Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt

BS 2 Verbranding:
  • Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit
  • Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat
10 vragen
15 punten
Cijfer = score/1,5

Slide 1 - Slide

1. (2p) Welke stoffen ontbreken bij de reactievergelijking van de fotosynthese? 




Stof 1    +    water   +    zonlicht  ---->   Stof 2    +    zuurstof  

Slide 2 - Slide

2. (1p) 
Babette is met scouting op kamp. Om eten klaar te maken, hebben ze een fles met butaangas, een kooktoestel en potten en pannen meegenomen. Ze gaan spaghetti maken. Tijdens het koken vindt verbranding plaats.


Welke stof uit de lucht is nodig voor de verbranding in het kooktoestel?

Slide 3 - Slide

3. (2p) Welk onderdeel van de cel hoort bij de omschrijving?

De .......(1)............ slaat de energie uit zonlicht op in glucose.




De ............(2)......... breekt de glucose af.

Slide 4 - Slide

4. (1p) Uit zaden komen kleine kiemplantjes. Deze plantjes hebben voor de verdere groei energie nodig.

Waar haalt het kiemplantje deze energie vandaan?
A
De energie komt van het licht dat op het kiemplantje valt
B
De energie komt van het water die het kiemplantje uit de bodem opneemt
C
De energie komt van koolstofdioxide dat in de lucht zit
D
De energie komt uit glucose die het kiemplantje zelf aanmaakt door fotosynthese

Slide 5 - Quiz

5. (1p) Wanneer heeft je lichaam de meeste energie nodig?
A
Tijdens het eten
B
Tijdens het slapen
C
Tijdens het wandelen
D
Tijdens het zwemmen

Slide 6 - Quiz

6. (1p) 
Uit een aquarium met vissen en planten worden alle planten weggehaald. De vissen blijven in het aquarium. Het aquarium blijft nu een tijd zo staan.


Welke stof zal na enige tijd minder in het water zitten?

Slide 7 - Slide

7. (1p) Vul de ontbrekende woorden in 
Tijdens lichamelijke inspanning vindt in de spiercellen verbranding plaats.


Welke energieovergang vindt in de spieren plaats?

De energie uit de stof ........(1)...... gaat over in energie; dat zorgt voor warmte en .....(2)......

Slide 8 - Slide

8. (2p) Welke twee stoffen ontstaan er bij de verbranding in een cel?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Water

Slide 9 - Quiz

9. (1p) Welke functie heeft glucose in cellen?

Slide 10 - Slide

10. (2p) Formuleren
Vier miljard jaar geleden was er weinig leven op aarde. Het zuurstofgehalte in de lucht was toen nog erg laag. Ongeveer twee á drie miljard jaar geleden veranderde dit. Dit kwam door cyanobacteriën. Deze bacteriën hadden namelijk bladgroenkorrels in hun cellen.


Komt er meer of minder zuurstof in de lucht en leg uit hoe cyanobacteriën de samenstelling van de lucht kan veranderen. 

Slide 11 - Slide

Thema 1 Verbranding en ademhaling
BS 1 Stofwisseling:
  • Je kunt uitleggen dat planten bij de fotosynthese energie vastleggen in glucose
  • Je kunt uitleggen dat bij de afbraak van glucose energie vrijkomt

BS 2 Verbranding:
  • Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit
  • Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat
10 vragen
15 punten
Cijfer = score/1,5

Slide 12 - Slide