* Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
* Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
*Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.
10 vragen
15 punten
Cijfer = score/1,5
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Thema 3 Ordening
BS 1 Steeds kleinere groepen
Leerdoelen:
* Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
* Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
*Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.
10 vragen
15 punten
Cijfer = score/1,5
Slide 1 - Slide
1. (1p) De cel van een prokaryoot bevat bladgroenkorrels.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
2. (1p) Paddenstoelen behoren tot eencellige schimmels.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
3. (1p) Bladgroenkorrels kunnen als kenmerk gebruikt worden om organismen in te delen in hoofdgroepen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
4. (1p) Er zijn twee hoofdgroepen. De ene hoofdgroep bestaat uit bacteriën.
Welke groep vormt de andere hoofdgroep?
A
De dieren
B
De eukaryoten
C
De planten
D
De schimmels
Slide 5 - Quiz
5. (1p) In de zee rond Curaçao leven algen, die tot de planten worden gerekend. Welk kenmerk van de cellen van algen wordt gebruikt om ze bij de planten te rekenen?
Slide 6 - Open question
6. (1p) Is het aantal klassen groter of kleiner dan het aantal orden?
A
groter
B
kleiner
Slide 7 - Quiz
7. (2p) De juiste volgorde van indelingsniveaus, waarbij het eerste niveau de meeste diersoorten en het laatste niveau de minste diersoorten omvat, is
A
familie – geslacht – orde – klasse
B
geslacht – familie – orde – klasse.
C
klasse – orde – familie – geslacht.
D
orde – klasse – geslacht – familie
Slide 8 - Quiz
8. (2p) Wie zullen er de meeste overeenkomst hebben?
A
Een vleermuis en een egel
B
Een zebra en een slang
C
Een zeester en een slak
D
Een panda en een teckel
Slide 9 - Quiz
9. (2p) Noem een kenmerk waardoor je dit organisme kan indelen in het plantenrijk en een kenmerk voor indeling in het dierenrijk
Slide 10 - Slide
10. (3p) Geef de ontbrekende kenmerken bij de nummers 1, 2, 3, 4, 8 en 9 met behulp van de informatie in de tabel
Slide 11 - Slide
Thema 3 Ordening
BS 1 Steeds kleinere groepen
Leerdoelen:
* Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
* Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
*Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.