Herhaling Chemie

Herhaling periode 3 Chemie
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ChemieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhaling periode 3 Chemie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Peiling online lessen
  • Herhaling Chemie II en organische chemie
  • Oefentoets maken 

Maak aantekeningen en stel vragen tussendoor! 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Chemie II

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Atoom, element, molecuul, verbinding of ion?
Atoom = kleinste deeltje van een element, welke niet chemisch gesplitst kan worden. Elk atoomsoort heeft een eigen symbool. Bijv. Ba
Elementen = zuivere stoffen die chemisch niet ontleed kunnen worden. Bijv. O2, Fe2+ en Ba
Moleculen= bestaan uit twee of meer atomen die met elkaar verbonden zijn. Bijv. O2 deze bestaat uit twee zuurstofatomen. Of C2H6
Verbinding = Verschillende atomen die zich tot een molecuul verenigen, er ontstaat een nieuwe stof met nieuwe eigenschappen. Bijv. H2O of C2H6  --> de stof kun je ontleden! 
Ion = een atoom of molecuul waarin het totale aantal elektronen niet gelijk is aan het aantal protonen. Daardoor krijgt het een elektrische lading. Bijv. Fe2+

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zuivere stoffen
Is een stof die bestaat uit één soort deeltjes. 

Een zuivere stof kan niet door een fysische scheiding worden ontleed maar wél door een chemische ontleding! 
  • Thermolyse: Ontleding door warmte
  • Pyrolyse: Ontleding door warmte met vuurverschijnselen
  • Elektrolyse: Ontleding door elektriciteit
  • Fotolyse: Ontleding door licht

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Reactievergelijkingen
  • Er gaat geen massa verloren of ontstaat geen massa;
  • Alleen verandering is zichtbaar;
  • Links: uitgangsproducten, rechts: producten;

    Uitgangsstoffen               eindproducten;
    Beginproducten               reactieproducten.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe ga je te werk?
  1. Noteer de formules van de uitgangsstoffen/beginproducten en eindproductie/reactieproducten
  2. Maak eerst een atoomsoort die weinig in de vergelijking voorkomt, kloppend
  3. Maak de andere atomen kloppend
  4. Controleer links en rechts elk element

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Nog een keer oefenen
Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: 

CO2     +     H2O                       C6H12O6    +    O2
Mg    +    HCl                 MgCl2     +     H2
Fe   +   O2                   Fe2O3

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Nog meer oefenen?
Je kunt thuis nog oefenen met oefenopgaven via de onderstaande links:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Organische chemie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


Bestaat uit: 
  • Koolstof 
  • Waterstof
De hoofdketen is bijna uitsluitend gevormd door koolstofatomen = koolstofskelet. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verschillende koolwaterstoffen

  • Onvertakt/vertakt
  • Cyclisch/acyclisch

Homologe reeksen
  • Alkanen
  • Alkenen
  • Alkadiënen
  • Cycloalkanen
  • Cycloalkenen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kennen tot en met Hexaan
Uit je hoofd kennen!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Covalentie
  • Het aantal bindingen dat een atoom kan aangaan

Halogenen (F, Cl, Br, I) = 1
Waterstof = 1
Zuurstof = 2
Stikstof = 3
Koolstof = 4

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Isomerie

Isomeren zijn moleculen met dezelfde molecuulformule, maar met verschillende structuurformules.

Isomeren zijn dus moleculen van verschillende stoffen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Namen van vertakte alkanen
  • Een of meer vertakkingen aan de hoofdketen
  • Methyl en ethyl
  • Vertakking kan meerdere keren voorkomen --> gebruik gemaakt van een telwoord (voorvoegsel)

Mono, di, tri, tetra, penta, hexa
N.B. Mono wordt vaak weggelaten 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Alkenen
  1. C: -
  2. C: Etheen
  3. C: Propeen
  4. C: Buteen
  5. C: Penteen
  6. C: Hexeen
  7. C: Hepteen
  8. C: Octeen
  9. C: Noneen
  10. C: Deceen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Alkadiënen
  1. C: -
  2. C: -
  3. C: Propadieen
  4. C: Butadieen
  5. C: Pentadieen
  6. C: Hexadieen
  7. C: Heptadieen
  8. C: Octadieen
  9. C: Nonadieen
  10. C: Decadieen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
Teken:
  1. 3-octeen
  2. 2-methyl-1,3-pentadieen
  3. 2-ethyl-1-hexeen
  4. 1,3-butadieen


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Namen van onvertakte cycloalkanen
  1. Tel het aantal C-atomen
  2. Schrijf de stam van de naam op
  3. De naam wordt voorafgegaan aan cyclo

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Bijzondere ringverbinding
  • Benzeen (C6H6)
  • Aan elk C-atoom (hoekpunt) is één H-atoom gebonden

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Karakteristieke groepen
Een groep met andere atomen naast koolstof- en waterstofatomen.
Kan al uit één atoom bestaan.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Karakteristieke groepen in Org.Chemie
Als van een koolwaterstof 1 of meerdere H-tjes vervangen worden door andere atoomsoorten of groepen spreken we van karakteristieke groepen




          karakteristieke groepen hebben voorrang in de naamgeving

Slide 26 - Slide

een karakteristieke groep is een groep met ook andere atomen dan koolstof- en waterstof atomen.

Formuleblad erbij pakken en uitleggen.
Hulpblad 
  • Zorg ervoor dat je deze goed kent! 
  • Dit is de leidraad voor de naamgeving en het tekenen van structuurformules. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Geef de structuurformules van moleculen van de volgende stoffen:
  • 1,2-ethaandiol
  • 1,6-hexaandiamine
  • 2-amino-3-hydroxybutaanzuur
  • 2-amino-4-methylpentaanzuur
  • 2-aminopentaandizuur

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Geef de structuurformules en namen van alle isomeren chloor-alkanen die in elk van de onderstaande gevallen kunnen ontstaan, wanneer je één H-atoom vervangt door één Cl-atoom.
a. Hexaan
b. Cyclohexaan
c. Methylpropaan
d. Dimethylpropaan

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions