Bij de gebiedende wijs geef je een bevel. Je zegt dus wat iemand moet doen. De gebiedende wijs schrijf je als de stam van het werkwoord (ik-vorm).
Voorbeelden:
Ruim je kamer op!
Ga nu onmiddellijk naar huis!
Eet je groente op!
In een zin met een gebiedende wijs staat nooit een onderwerp.