Efteling_Fictie sprookje_les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1,2

Sprookjes

Lesdoelen: 

1. Je weet wat de kenmerken van sprookjes zijn.

2. Je kunt een mini-sprookje schrijven. 

Wat voor soort verhaal/film heb je net gezien?

Wat zijn de kenmerken van het verhaal?

Kenmerken sprookjes

- Beginnen vaak met "Er was eens...."

- Genre = volksverhaal: Een verhaal dat in eerste instantie mondeling werd verteld. Je leert vaak over verschillende culturen. 

- Spelen zich vaak af in een niet-bestaande omgeving. 

- Er gebeuren vaak magische dingen (tovenarij). 

- Er komen veel verschillende emoties in voor: haat, liefde, medelijden, jaloezie, angst, verdriet. 

- Er zit vaak een levensles in sprookjes (b.v. het is niet goed om bitter, jaloers te zijn) 

- Lopen altijd goed af. Het kwade overwint van het goede. 

Welke sprookjes ken je al?

Welke schrijvers van sprookjes ken je al?

Sprookjessprokkelaar

Eén van de oudste bewoners van het Sprookjesbos. Hij plukt zijn verhalen uit de takken en twijgjes in het bos en zorgt er zo voor dat iedereen nog lang en gelukkig kan lezen. 

Opdracht: zin-voor-zin een sprookje bij elkaar 'sprokkelen'.

Je werkt 20 minuten. 

Dit doe je in een tweetal.

Per tweetal schrijf je een kladversie.

Op papier of in Word.  

Spreek af wie begint met de eerste zin. Schrijf om de beurt een zin!          Je gaat verder waar je klasgenoot is gebleven. 

Kijk in de opdracht waar je sprookje aan moet voldoen. 

Met welke zin begint een sprookje vaak?

1. Er was eens...
2. Honderd jaar geleden...
3. In het begin...

Hoe eindigt een sprookje meestal?

1. En ze waren heel blij ...
2. En ze leefden nog lang en gelukkig...
3. En hier eindigt het ...

Vaak is de hoofdpersoon een jong iemand of een kind dat eropuit gaat om een probleem op te lossen

1. waar
2. niet waar

De kracht van sprookjes is: Zelfs al ben je klein, als je slim en dapper bent, kun je het slechte overwinnen en een goed leven krijgen voor jezelf.

1. waar
2. niet waar

Hoe zijn sprookjes ontstaan? (meerdere antwoorden)

1. Het zijn hele oude volksverhalen
2. Verhalen die al heel vroeger opgeschreven werden in boeken
3. Verhalen die werden doorverteld bij het (haard-)vuur
4. Ze komen uit geschiedenisboeken

Wat vind jij? Welk groepje heeft het beste sprookje?

Welke kenmerken horen bij een sprookje? Schrijf er zoveel mogelijk op.

Wat ging er goed deze les?

Wat wil je de volgende les anders doen?

Voor volgende les:

1. Leer de kenmerken van een sprookje.