lessenserie fictie sprookje 1

Vandaag
  • Absenten

  • Leesboek uitkiezen

  • Sprookje kijken

  • Opdracht
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Absenten

  • Leesboek uitkiezen

  • Sprookje kijken

  • Opdracht

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat voor soort verhaal/filmpje heb je gezien?

Slide 3 - Slide

Wat zijn de kenmerken van een sprookje????

Slide 4 - Slide

Kenmerken sprookjes
  • Sprookjes lopen altijd goed af, het goede wint van het kwade
  • Sprookjes spelen zich vaak af in een verzonnen wereld
  • Er gebeuren vaak magisch dingen (tovenarij) 
  • Er komen veel verschillende emoties in voor: haat, liefde, medelijden, jaloezie, angst, verdriet 
  • Het zijn volksverhalen: een verhaal dat vroeger van mond op mond werd overgedragen. Daarom kun je door sprookjes vaak ook iets leren over andere culturen 
  • Er zit vaak een levensles in sprookjes (bijv. het is niet goed om bitter/jaloers te zijn) 
  • Sprookjes beginnen vaak met “Er was eens...” 

Slide 5 - Slide

Opdracht 
  • Je werkt 15 minuten
  • Dit doe je in een groepje van 4
  • Je maakt gebruik van de kenmerken  die horen bij een sprookje 
  • Overleg in je groepje als je niet verder komt

  • De gemaakte opdracht wordt voorgelezen door iemand van je groep (wijs ik aan)

  • De eerste zin krijg je nu van mij op een blad
  • Je gaat samen een sprookje schrijven
  • Om de beurt schrijf je een zin op
  • Je gaat verder waar degene voor je is gebleven
timer
20:00

Slide 6 - Slide

Sprookjes voorlezen

  • Elk groepje leest om de beurt hun sprookje voor. Ik wijs aan wie er mag voorlezen.

  • Let op: Als je luistert schrijf je op welke kenmerken van een sprookje je in het voorgelezen verhaal hebt gehoord.


Slide 7 - Slide

Welk sprookje vinden jullie het best?

Slide 8 - Slide

Enquete
Website: vospiegel.nl

Code: CML-QJR-ERM



Slide 9 - Slide

SUCCES 1E!!!!!
  • Wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe
  • Titel, inleiding, middenstuk en slot
  • 150 woorden
  • Vanuit jezelf schrijven
  • Mening geven
  • Drie volgordewoorden (verder, daarnaast, ten eerste etc.)
  • Check de checklist en lees de opdracht goed!!

Slide 10 - Slide