Veilig werken

• Zorgsystemen: Kwaliteit, Arbo & Milieu
• MBO
• Studiejaar 1

Veilig werken

Welke persoonlijke beschermingsmiddelen ken je? Noem 3 voorbeelden:

Voorbeelden van goede antwoorden zijn:

- Veiligheidshelmen

- Veiligheidsbrillen

- Veiligheidshandschoenen

- Veiligheidsschorten

- Werkkleding.

Overige antwoorden zijn ter beoordeling van de docent.

Waar staat de afkorting 'BHV' voor?

Waar staat de afkorting 'Arbo' voor?

Leg uit wat ‘hulpstoffen’ zijn. Geef ook twee voorbeelden.

Hulpstoffen zijn extra toegevoegde stoffen die bijvoorbeeld de smaak of kleur van een product verbeteren, zoals kruiden en zout.

Wat kan er gebeuren wanneer de ‘routing’ in het bedrijf niet goed is? Geef één voorbeeld.

Welk transportmiddel zie je op de afbeelding?

Welk woord moet op de lege plek?
Wanneer de routing niet goed is, kan er gevaar ontstaan voor de voedselveiligheid, bijvoorbeeld
...
besmetting.

1. Product
2. Kruis
3. Tegen
4. desinfectie

Waar moet je op letten als je werkt met schoonmaakmiddelen? Noem twee punten.

Werk precies volgens de gebruiksaanwijzing.

- Gebruik beschermende kleding, handschoenen, mondkapje en veiligheidsbril.

- Draag waterdichte laarzen.

- Draag je overall of werkbroek over je laarzen. Zo voorkom je dat een schoonmaakmiddel in je laarzen komt. Dat kan namelijk brandwonden veroorzaken.

In de Arbowet staan eisen voor de werkgever en de werknemer. Noem twee eisen voor de werkgever.

Voorbeelden van eisen voor de werkgever:

- Zorgen voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemers

- De werknemers vertellen over de gevaren van het werk

- Seksuele intimidatie, agressie, geweld en werkdruk voorkomen

- De werknemers goed opleiden voor hun taak

- Ziekte van zijn werknemers zoveel mogelijk voorkomen of verminderen

een lijst maken van personen die een ongeluk hebben gehad en die langer dan drie dagen niet kunnen werken

- Ongelukken meteen melden bij de Arbeidsinspectie.

Overige antwoorden zijn ter beoordeling van de docent.

Noem vier taken van een bedrijfshulpverlener.

Voorbeelden van goede antwoorden zijn:

- Het geven van Eerste Hulp Bij Ongevallen (EHBO).

- Het beperken en bestrijden van brand.

- Het voorkomen en beperken van ongevallen.

- In noodsituaties (bommelding, brand, overval) alarmeren en evacueren van alle werknemers en klanten in het bedrijf.

- Het alarmeren van en samenwerken met hulpverleningsinstanties (zoals ambulance en brandweer).

Overige antwoorden zijn ter beoordeling van de docent.

Wat is een extern transportmiddel?

1. Dienblad
2. Dolly
3. Vrachtwagen
4. Rolcontainer

Wat is GEEN onderdeel van de arbeidsomstandighedenwet?

1. Welzijn
2. Salaris
3. Gezondheid
4. Veiligheid

Waar moet je op letten bij het opslaan van grond- en hulpstoffen? Noem drie aandachtspunten.

Voorbeelden van goede antwoorden zijn:

- Temperatuur

- Ventilatie

- Relatieve vochtigheidsgraad

- Soort licht

- Bewaartijd

- Soort bij soort

- Fifo of fefo.

Overige antwoorden zijn ter beoordeling van de docent.

Waar dient deze knop voor?

Dit is de noodstop. Als de noodstop wordt ingedrukt, stopt de machine automatisch.

Wat is een plattegrond?

Voorbeelden van goede antwoorden zijn:

- Een plattegrond is een grondtekening.

- Een plattegrond is een tekening die de indeling van een bedrijf weergeeft.

Overige antwoorden zijn ter beoordeling van de docent.

Samenwerk opdracht 

• Verdeel jezelf in groepjes.
  
• Bespreek met je groepje de volgende vraag: Wat gebeurt er als je de regels niet volgt?
  
• Schrijf 5 voorbeelden op van situaties waarin mensen de regels niet volgen.
  
• Voor elk voorbeeld, bedenk wat je kunt doen om deze situatie in de toekomst te voorkomen.

Werkplek opdracht

Veiligheidsregels

Werkwijze:

Deze werkplekopdracht bestaat uit vier deelopdrachten.

1. Je maakt een lijst met veiligheidsregels in jouw bedrijf.

2. Je bespreekt deze lijst met de praktijkbegeleider.

3. Je maakt een instructiekaart voor een transportmiddel.

4. Je bespreekt de instructiekaart met je praktijkbegeleider