M2 TH1 BSS 1&2 herhalen beginnetje 3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Biologie

Boaz Janssen

Vandaag

Lesregels
Waar hebben we het ook weer over? 

Thema 1 basisstof 3 deel 1

Opdrachten maken

REGELS REGELS REGELS

1 vinger opsteken als je iets wilt zeggen/vragen

2 blijf zitten

3 niet door elkaar heen praten behalve de docent

4 geen gescheld / belachelijk maken

5 heb je spullen op orde en het huiswerk af

Hoe heet het maken van glucose in een plant

1. Fagocytose
2. Fotosynthese
3. Protonsynthese
4. Stoma synthese

Wat is er NIET nodig voor fotosynthese?

1. Licht
2. Koolstofdioxide
3. Water
4. Zuurstof

Wat komt vrij bij de afbraak van glucose?

1. Licht
2. Electriciteit
3. Straling
4. Energie

In dit cel onderdeel vind verbranding plaats (afbreken van glucose)

1. Celkern
2. Celmembraan
3. Mitochondriën
4. Vacuole

Op welke temperatuur probeert het menselijk lichaam te blijven?

1. 27 graden
2. 30 graden
3. 37 graden
4. 40 graden

Wat heb je NIET nodig voor verbranding?

1. Water
2. Glucose
3. Zuurstof
4. Koolstofdioxide

Bij meer lichamelijke inspanning wordt hiervan meer verbruikt

1. Zuustof
2. Glucose
3. Koolstofdioxide
4. Energie

Fotosynthese

Groene planten doen fotosynthese

Foto = licht

Synthese = samenstellen/maken/bouwen

Met fotosynthese wordt glucose gemaakt 

Met fotosynthese wordt zuurstof gemaakt

Glucose

Glucose is suiker

Glucose bevat veel energie

Je hebt het nodig om je spieren te laten werken, te groeien, en te herstellen. Glucose houd je dus in leven

Mitochondriën

Mitochondriën zijn de energiefabriek van de cel.
Zowel bij planten als bij dieren als bij schimmels als bacteriën

In een mitochondrium wordt suiker omgezet in koolstofdioxe

Bij het omzetten komt energie vrij

Verbranding in het lichaam

Brandstof: Glucose (suiker)

Zuurstof

Mitochondriën

Verbranding restproducten

Koolstofdioxide -> adem je uit

Water -> komt in je lichaam

Energie -> gebruik je om te bewegen/dingen te doen

Thema 1 basisstof 3

1.3.5 Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.

Huiswerk

Thema 1 basisstof 2

Alle opdrachten

Onderdelen en hun functie

Neusholte + mondholte = ingang voor de lucht

Keelholte = komen neus en mond samen

Strottenhoofd = houd luchtpijp en slokdarm gescheiden 

Luchtpijp = buis naar longen

Bronchiën = deel waar de luchtpijp zich vertakt

Middenrif = Stevig vlies dat borst en buikholte scheid.

Dit onderdeel bevat je stembanden

1. Luchtpijp
2. Neusholte
3. Strottenhoofd
4. Bronchiën

Via dit orgaan komt lucht in de keelholte

1. Neusholte
2. Oorholte
3. Oogholte
4. Mondholte

Dit onderdeel splitst de luchtpijp naar beide longen

1. Middenrif
2. Neusholte
3. Bronchiën
4. Longblaasje

Dit onderdeel verdeelt je romp in een borst en buikholte

1. Bronchiën
2. Longblaasjes
3. Appendix
4. Middenrif

Neusholte

Neusholte is bedenkt met neusslijmvlies 

Neusslijmvlies wordt gemaakt door slijm makende cellen.

Functie: lucht vochtig en warmer maken. 

Lucht schoonmaken 

Neusharen: houden grote stukjes buiten -> gaat naar keelholte

Mouthbreather

Mond ademhalen = eigenlijk niet gezond

Lucht wordt niet gezuiverd.

Lucht wordt niet genoeg bevochtigd.

Lucht wordt niet genoeg verwarmt

Maakt je longen kapot

Huiswerk

Thema 1 basisstof 3

Opdracht 1 t/m 5