Grootheden en eenheden woordformules/referenties/verbanden

Grootheden en eenheden woordformules/referenties/ver-banden
  • Woordformules; je kan een woordformule invullen en toepassen
  • Referenties; Je kent een aantal afgesproken maten
  • Verbanden; Je kunt een verband leggen bij een kostentabel
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grootheden en eenheden woordformules/referenties/ver-banden
  • Woordformules; je kan een woordformule invullen en toepassen
  • Referenties; Je kent een aantal afgesproken maten
  • Verbanden; Je kunt een verband leggen bij een kostentabel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Woordformules

Lengte x breedte x hoogte

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Rekenregels
  • Hoe
  • Moeten
  • Wij
  • Van
  • De
  • Onvoldoendes
  • Afkomen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

5 + 4 x 3 =

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

5 x (6 + 7) =

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

4 + 7 x 4 - 4 x 8 =

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel kost een vakantie van 21 dagen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Formule
Kosten = vaste kosten + aantal dagen x kosten
€550 + 21 x €70,00 = 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke maat hoort bij welke afbeelding?
2 meter
3 meter

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Vuistregels
Een mijl = 0ng. 1,6 x km
Een deur = 2 meter hoog, 1 meter breed
Een verdieping van een flatgebouw = ong. 3 meter
Een film duurt ong. 2 uur
Een voetstap = ong. 75 cm
Een volwassen persoon = 1m 80

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.