This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
1F
Slide 1 - Slide
Today
- Study words
- Goals
- Exercises -> Learnbeat
Slide 2 - Slide
Practise words
- Go to Learnbeat
- Woordjes
- Klik op Engels
- Oefen de woordjes van Unit 1
Slide 3 - Slide
Lesson goals
Develop your reading skills
Slide 4 - Slide
Past Simple vs Present Perfect
Slide 5 - Slide
Past simple
gebruik / vorm
Slide 6 - Slide
past simple:bevestigen
- Gebruik: - verleden > helemaal voorbij - je weet wanneer het gebeurde
- het is afgesloten / afgerond
- Vorm: - regelmatige werkwoorden + ed - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje
Slide 7 - Slide
past simple: vragen en ontkennen
- Vorm: - Did + hele werkwoord
- Vorm: - didn't (did not) + hele werkwoord
Vragen:
Ontkennen:
Slide 8 - Slide
Past simple
Slide 9 - Slide
Past Simple of to work?
A
works
B
worked
C
working
Slide 10 - Quiz
Past Simple of to see?
A
saw
B
seen
C
see
D
seed
Slide 11 - Quiz
Present perfect
gebruik / vorm
Slide 12 - Slide
present perfect:gebruik en vorm
- Gebruik: - verleden begonnen, nu nog bezig - verleden gebeurd, nu nog merkbaar - iets uit het verleden is nu nog belangrijk - Vorm: - have / has (he-she-it) + voltooid deelwoord - regelmatige werkwoorden + ed - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Present perfect
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Past Simple vs Present Perfect
Slide 17 - Slide
Maak present perfect: Grandmother ....... (bake) a cake.
Slide 18 - Open question
Maak de present perfect: Martha..... her homework. (finish)
Slide 19 - Open question
Maak de present perfect: We .... .... to school (go)