Pubquiz Nederland Themaweek


Pubquiz Nederland
1 / 56
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Pubquiz Nederland

Slide 1 - Slide

4 thema's 
1 - Nederlandse sporters/sportprestaties​

2 - Nederlandse taal

3 - Van alles wat

4 - Nederlandse lekkernijen en gewoontes

Slide 2 - Slide

Ronde 1: Nederlandse sporters + sportprestaties

Slide 3 - Slide

Vraag 1: Max Verstappen is de trots van Nederland bij de Formule 1. Voor welk team racet hij?
A
Mercedes
B
Red Bull
C
Ferrari
D
Renault

Slide 4 - Quiz

Vraag 2: Sleep de naam die hoort bij de sport
Vivianne Miedema
Sven Kramer
Daphne Schippers
Estavana Polman
Handbal
Voetbal
Hardlopen
Schaatsen

Slide 5 - Drag question

Bekijk in stilte dit plaatje.

De vraag komt zo!

Slide 6 - Slide

Wat zie je hier gebeuren
op het plaatje?
A
Indirecte vrije trap
B
Ingooi
C
Buitenspel
D
Schwalbe

Slide 7 - Quiz

Wie zie je hier?
A
Irene Schouten
B
Femke Bol
C
Suzanne Schulting
D
Ireen Wüst

Slide 8 - Quiz

Vraag 5: Op welk onderdeel won Nederland nooit goud op de Olympische Spelen?
A
Snowboarden
B
Judo
C
Baanwielrennen
D
Speerwerpen

Slide 9 - Quiz

Vraag 6: Welke Nederlandse tennisser won ooit het toernooi van Wimbledon?
A
Richard Krajicek
B
Sjeng Schalken
C
Tim van Rijthoven
D
Robin Haase

Slide 10 - Quiz

Bekijk deze foto in stilte. 

De vraag komt zo!

Slide 11 - Slide

Vraag 7: Hoe heet
deze Friese sport?
A
Fierljeppen
B
Reedriden
C
Skûtsjesilen
D
Keatsen

Slide 12 - Quiz

Vraag 8: Korfbal is een echte Nederlandse sport. Wat mag bij korfbal niet en basketbal wel?
A
De bal met 2 handen vastpakken
B
Lopen met de bal
C
Verdedigen
D
De bal door de ring/mand gooien

Slide 13 - Quiz

Vraag 9: Sleep de foto naar de juiste naam
Tom Dumoulin
Sifan Hassan
Irene Schouten
Memphis Depay

Slide 14 - Drag question

Vraag 10: Welke sport beoefenden Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn en Naomi Kromowidjojo?
A
Hardlopen
B
Tennis
C
Zwemmen
D
Hockey

Slide 15 - Quiz

Vraag 12: Welke sport wordt het meest gedaan in Nederland?
A
Fitness
B
Wandelen
C
Zwemmen
D
Hardlopen

Slide 16 - Quiz

Ronde 2: de Nederlandse taal

Slide 17 - Slide

Vraag 1: Wat is de juiste spelling van
A
verassing
B
verrassing
C
verrasing

Slide 18 - Quiz

Vraag 2: Wat is de juiste spelling van
A
onmidellijk
B
onmiddelijk
C
onmiddellijk

Slide 19 - Quiz

Vraag 3: Wat is de juiste spelling van
A
intervieuw
B
interview
C
inteview

Slide 20 - Quiz

Vraag4: Wat is de juiste spelling van
A
burgermeester
B
burgemeester
C
buurgemeester

Slide 21 - Quiz

Vraag 5: Wat is de juiste spelling van
A
stagiaire
B
stagiëre
C
stagiére

Slide 22 - Quiz

Vraag 6: Wat is de juiste spelling van
A
Hij bedient
B
Hij bediend

Slide 23 - Quiz

Vraag 7: Wat is de juiste spelling van
A
Gisteren begeleide zij de vrouw
B
Gisteren begeleidde zij de vrouw

Slide 24 - Quiz

Vraag 8: Gisteren (wachten) ik op de trein
A
wachte
B
wachtte
C
wacht

Slide 25 - Quiz

Vraag 9: Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint

Slide 26 - Quiz

Vraag 10: Wat betekent dit spreekwoord?
Iemand met open armen ontvangen.
A
Het is nergens beter dan thuis
B
Geen last hebben van iemand
C
Hele goede vrienden zijn
D
Iemand enthousiast ontvangen

Slide 27 - Quiz

Vraag 11: Wat betekent dit spreekwoord?
Mijn bloed kookt.
A
Iemand heel leuk vinden
B
Ergens veel moeite voor doen
C
Heel boos zijn
D
Verliefd zijn

Slide 28 - Quiz

Vraag 12: Wat betekent dit spreekwoord?
Als kat en hond leven.
A
Iemand leuk vinden
B
Altijd ruzie maken
C
Elkaar steunen op leuke en stomme momenten
D
Heel boos zijn

Slide 29 - Quiz

Quiz Nederland: van alles wat!

Slide 30 - Slide


A
Baby geboren
B
Trouwfeest
C
Begrafenis
D
Verjaardag

Slide 31 - Quiz


A
Sinterklaas
B
Kerst
C
Pasen
D
Carnaval

Slide 32 - Quiz


A
Koekjes
B
Drop
C
Stroopwafels
D
Loempia's

Slide 33 - Quiz


A
Zanger
B
Minister
C
Minister-president

Slide 34 - Quiz


A
75
B
100
C
120
D
150

Slide 35 - Quiz


A
Trein
B
Bus
C
Vliegtuig
D
Boot

Slide 36 - Quiz


A
Links
B
Rechts

Slide 37 - Quiz


A
Minister-president
B
Koningin
C
Burgemeester
D
Zangeres

Slide 38 - Quiz


A
Rutte
B
Wilders
C
Trump
D
Biden

Slide 39 - Quiz

In welke provincie is de foto gemaakt?

Slide 40 - Drag question

In welke stad zit het parlement van Nederland?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
Den Haag
D
Utrecht

Slide 41 - Quiz

Wat vieren wij op 5 december in Nederland?
A
Kerst
B
Pasen
C
Herdenking WOII
D
Sinterklaas

Slide 42 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Nederland?
A
12 miljoen
B
15 miljoen
C
18 miljoen
D
20 miljoen

Slide 43 - Quiz

Welk dier vormt het symbool van Nederland?
A
Een hond
B
Een kat
C
Een leeuw
D
Een olifant

Slide 44 - Quiz

Hoeveel provincies heeft Nederland?
A
8
B
12
C
10
D
15

Slide 45 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Noord-Brabant?
A
Eindhoven
B
Maastricht
C
Breda
D
Den Bosch

Slide 46 - Quiz

Nederlanders zijn het langste volk ter wereld
A
Ja, dat klopt
B
Nee, dat klopt niet

Slide 47 - Quiz

De grootste bevolkingsgroep in Nederland
A
Syriers
B
Marokkanen
C
Turken
D
Surinamers

Slide 48 - Quiz

Hoeveel procent van Nederland is gelovig?
A
10%
B
80%
C
60%
D
40%

Slide 49 - Quiz

Wat is typisch Nederlands?
A
Lollies
B
Winegum
C
Drop
D
Ijs

Slide 50 - Quiz

Hoeveel procent van Nederland is moslim?
A
10%
B
5%
C
20%
D
1%

Slide 51 - Quiz

België hoorde ooit bij Nederland..
A
Ja, klopt
B
Nee, klopt niet

Slide 52 - Quiz


A
Auto's
B
Autos
C
Auto'en
D
Autoon

Slide 53 - Quiz


A
Dochterz
B
Dochteren
C
Dochters
D
Dochter

Slide 54 - Quiz


A
Huize
B
Huizen
C
Huise
D
Huisen

Slide 55 - Quiz

muziekquiz op Kahoot :)

Slide 56 - Slide