Pubquiz Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Pubquiz Nederlands

4 thema's 

1 - Nederlandse sporters/sportprestaties​

2 - Nederlandse muziek​

3 - De Nederlandse taal​

4 - Nederlandse lekkernijen en gewoontes

Ronde 1: Nederlandse sporters + sportprestaties

Vraag 1: Max Verstappen is de trots van Nederland bij de Formule 1. Voor welk team racet hij?

1. Mercedes
2. Red Bull
3. Ferrari
4. Renault

Vraag 2: Sleep de naam die hoort bij de sport

Vivianne Miedema

Sven Kramer

Daphne Schippers

Estavana Polman

Handbal

Voetbal

Hardlopen

Schaatsen

Bekijk in stilte dit plaatje.

De vraag komt zo!

Wat zie je hier gebeuren
op het plaatje?

1. Indirecte vrije trap
2. Ingooi
3. Buitenspel
4. Schwalbe

Wie zie je hier?

1. Irene Schouten
2. Femke Bol
3. Suzanne Schulting
4. Ireen Wüst

Vraag 5: Op welk onderdeel won Nederland nooit goud op de Olympische Spelen?

1. Snowboarden
2. Judo
3. Baanwielrennen
4. Speerwerpen

Vraag 6: Welke Nederlandse tennisser won ooit het toernooi van Wimbledon?

1. Richard Krajicek
2. Sjeng Schalken
3. Tim van Rijthoven
4. Robin Haase

Bekijk deze foto in stilte. 

De vraag komt zo!

Vraag 7: Hoe heet
deze Friese sport?

1. Fierljeppen
2. Reedriden
3. Skûtsjesilen
4. Keatsen

Vraag 8: Korfbal is een echte Nederlandse sport. Wat mag bij korfbal niet en basketbal wel?

1. De bal met 2 handen vastpakken
2. Lopen met de bal
3. Verdedigen
4. De bal door de ring/mand gooien

Vraag 9: Sleep de foto naar de juiste naam

Tom Dumoulin

Sifan Hassan

Irene Schouten

Memphis Depay

Vraag 10: Welke sport beoefenden Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn en Naomi Kromowidjojo?

1. Hardlopen
2. Tennis
3. Zwemmen
4. Hockey

Vraag 11: Feyenoord speelde dit seizoen de finale van de Conference League. Tegen wie was dit?

1. Marseille
2. Slavia Praag
3. Leicester City
4. AS Roma

Vraag 12: Welke sport wordt het meest gedaan in Nederland?

1. Fitness
2. Wandelen
3. Zwemmen
4. Hardlopen

Ronde 2: de Nederlandse taal

Vraag 1: Wat is de juiste spelling van

1. verassing
2. verrassing
3. verrasing

Vraag 2: Wat is de juiste spelling van

1. onmidellijk
2. onmiddelijk
3. onmiddellijk

Vraag 3: Wat is de juiste spelling van

1. intervieuw
2. interview
3. inteview

Vraag4: Wat is de juiste spelling van

1. burgermeester
2. burgemeester
3. buurgemeester

Vraag 5: Wat is de juiste spelling van

1. stagiare
2. stagiëre
3. stagiére

Vraag 6: Wat is de juiste spelling van

1. Hij bedient
2. Hij bediend

Vraag 7: Wat is de juiste spelling van

1. Gisteren begeleide zij de vrouw
2. Gisteren begeleidde zij de vrouw

Vraag 8: Gisteren (wachten) ik op de trein

1. wachte
2. wachtte
3. wacht

Vraag 9: Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?

1. Vindt
2. Vind
3. Vint

Vraag 10: Wat betekent dit spreekwoord?
Iemand met open armen ontvangen.

1. Het is nergens beter dan thuis
2. Geen last hebben van iemand
3. Hele goede vrienden zijn
4. Iemand enthousiast ontvangen

Vraag 11: Wat betekent dit spreekwoord?
Mijn bloed kookt.

1. Iemand heel leuk vinden
2. Ergens veel moeite voor doen
3. Heel boos zijn
4. Verliefd zijn

Vraag 12: Wat betekent dit spreekwoord?
Als kat en hond leven.

1. Iemand leuk vinden
2. Altijd ruzie maken
3. Elkaar steunen op leuke en stomme momenten
4. Heel boos zijn