Fitness A online les 1

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FitnessMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De Hogeschool van Utrecht heeft onderzoek gedaan naar categorieën sporters. Wat is een sociale sporter?
A
Die sport voor grote spieren
B
Die sport puur voor de gezelligheid
C
De sport zelf gewoon fantastisch vind en daardoor goed in zijn vel zit
D
Die sport omdat het moet ter compensatie van iets anders

Slide 4 - Quiz

De os clavicula is:
A
Het schouderblad
B
Het bovenbeen
C
Het sleutelbeen
D
De ruggengraat

Slide 5 - Quiz

Communicatie vind plaats in 3 stappen. Wat is de juiste volgorde?
A
Coderen, boodschap en kanaal, decoderen
B
Centreren, oreren, evalueren
C
Decoderen, coderen, boodschap en kanaal
D
Oreren, evalueren, centreren

Slide 6 - Quiz

Het skelet is het passieve bewegingsapparaat en heeft de volgende functie niet:
A
Het geeft vorm aan het lichaam
B
Het geeft steun aan het lichaam
C
Het geleid prikkels vanuit de hersenen
D
Het is de hechtingsplaats voor spieren, pezen en banden

Slide 7 - Quiz

Een gewricht met 2 assen van bewegen is een:
A
Zadelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Kogelgewricht

Slide 8 - Quiz

Een verwachtingspatroon van klanten in je fitnesscentrum komt niet tot stand door:
A
Ervaringen van vrienden en kennissen
B
Intelligentie van de klant
C
Informatie die door het fitnesscentrum wordt verspreid
D
Eerder ervaringen met fitness

Slide 9 - Quiz

De columna vertebrae is:
A
De knieschijf
B
De Ribben kolom
C
De Wervelkolom
D
De volledige schedel

Slide 10 - Quiz

De vertebrae thoracicae is:
A
Deel A
B
Deel B
C
Deel C
D
Deel D

Slide 11 - Quiz

Grensoverschrijdend gedrag is een probleem dat overal in de maatschappij voorkomt, dus ook in de sport. Wat is er waar?
A
In je fitnesscentrum ben je als instructeur niet verantwoordelijk voor dit gedrag, de klanten dienen dit zelf te melden
B
Fitnessinstructeurs worden vaak als grensoverschrijdend ervaren, dit hoort bij je vak
C
Het reageren op grensoverschrijdend gedrag is moeilijk, een goed beleid kan hierbij helpend zijn
D
Het is verplicht als fitnesscentrum een vertrouwenspersoon te hebben waarbij klanten terecht kunnen bij grensoverschrijdend gedrag

Slide 12 - Quiz

Een beweging in de elleboog is pronatie. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
De duim draait naar binnen
B
De duim draait naar buiten
C
Buigen
D
Strekken

Slide 13 - Quiz

Professioneel gastheerschap betekent dat je servicegericht dient te werken. Hierbij hoort:
A
Contact zoeken met alle klanten, niet alleen degene die je al kent
B
Gebeurtenissen (vakantie, sollicitaties, etc.)van klanten onthouden en ernaar vragen
C
Complimenten geven
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

Het heupgewricht is een:
A
Scharniergewricht
B
Zadelgewricht
C
Rolgewricht
D
Kogelgewricht

Slide 15 - Quiz

Bewegingen in het schouder- en heupgewricht komen overeen. Endorotatie is:
A
Naar het lichaam toe brengen
B
Naar buiten draaien
C
Naar binnen draaien
D
Van het lichaam af brengen

Slide 16 - Quiz

Een beweging in de wervelkolom is ventraalflexie. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Het voorwaarts buigen in de wervelkolom
B
Het achterwaarts buigen in de wervelkolom
C
Het zijwaarts buigen in de wervelkolom
D
Het draaien in de wervelkolom

Slide 17 - Quiz

De os radius is:
A
Het sleutelbeen
B
Het schouderblad
C
De ellepijp
D
Het spaakbeen

Slide 18 - Quiz

Waar bestaan botten uit?
A
Kalk, vetweefsel, fluor en lijmstoffen
B
Kalk, fosforzouten, vitaminen en lijmstoffen
C
Kalk, fosforzouten, fluor en eiwitten
D
Kalk, fosforzouten, fluor en lijmstoffen

Slide 19 - Quiz

De Triceps Surae zijn onze kuitspieren. Wat is waar over deze spiergroep?
A
de m. soleus is mono-articulair en de m. gastrocnemius is bi-articulair
B
de m. soleus loopt van de knie naar de enkel
C
de m. gastrocnemius loopt van het kuitbeen naar de enkel
D
dorsaalflexie in de enkel is de functie van deze spiergroep

Slide 20 - Quiz

Een gewricht met 1 as van bewegen is een:
A
Zadelgewricht
B
Hamergewricht
C
Scharniergewricht of rolgewricht
D
Kogelgewricht

Slide 21 - Quiz

Wanneer verdwijnen de epifysair- of groeischijven:
A
Wanneer lengtegroei voltooid is
B
Na je 4de levensjaar
C
Als je 21 jaar geworden bent
D
Wanneer breedtegroei voltooid is

Slide 22 - Quiz

Een beweging in de elleboog en de knie is flexie. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Buigen
B
De duim draait naar buiten
C
Naar het lichaam toe brengen
D
Strekken

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide