Perspectieven

Perspectieven
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Perspectieven

Slide 1 - Slide

Deze les
- Lezen
- Lesdoel
- Uitleg
- Voorbeeld
- Aan de slag
- Evaluatie

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je wat het begrip "perspectief". 

Aan het einde van deze les ken je de perspectieven: ik-perspectief, personaal perspectief en wisselend perspectief.

Slide 4 - Slide

perspectief
Met perspectief wordt bedoeld door wiens ogen je kijkt.

In een boek kijk je altijd door de ogen van iemand. 

Slide 5 - Slide

Perspectief
ik-perspectief -> je leest een boek door de ogen van een ik-persoon.

personaal perspectief -> je leest door de ogen van iemand, maar het verhaal wordt in hij/zij verteld.

wisselend perspectief -> per hoofdstuk wissel je van karakter.

Slide 6 - Slide

In welk perspectief is "de Slavenring" geschreven?
A
Ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
wisselend perspectief

Slide 7 - Quiz

Waarom zou de schrijver daarvoor kiezen?

Slide 8 - Open question

De wolven kwamen uit de richting van Oostburg. Daar hadden ze gedronken uit de kapotgeschoten put op de markt en nu hadden ze honger. De wolven waren lichtbruin, maar als het zonlicht op hun modderige vacht viel leken ze eerder grijs. In de leeggeroofde huizen van Oostburg was geen mens meer te bekennen, geen hap eten te vinden, dus verlieten de wolven het oude stadje en draafden ze naar het verloren land.
Daar waar vroeger mensen hadden gelopen, langs de strandjes en op de schorren, spoelden nu de lijken aan, meestal van Spaanse soldaten, soms van Nederlandse matrozen, en een enkele keer ook van een burger die uit Sluis had proberen te ontsnappen en was verdronken. Het maakte de wolven niet uit. Al wekenlang vulden ze hun magen met stinkend, gezwollen mensenvlees.
Nooit eerder had dit gebied er zo wanhopig verlaten uitgezien, een verzameling doodse en kale eilandjes, die bij elke vloed onder water liepen. Alleen de ruïnes van de oude dorpskerken staken dan nog boven de golven uit. Als de eb inzette en de zee zich terugtrok, bleven de dode lichamen achter, rottend in het slijk van de kreken en de slikken.
De wolven kwamen uit de richting van Oostburg. Daar hadden ze gedronken uit de kapotgeschoten put op de markt en nu hadden ze honger. De wolven waren lichtbruin, maar als het zonlicht op hun modderige vacht viel leken ze eerder grijs. In de leeggeroofde huizen van Oostburg was geen mens meer te bekennen, geen hap eten te vinden, dus verlieten de wolven het oude stadje en draafden ze naar het verloren land.
Daar waar vroeger mensen hadden gelopen, langs de strandjes en op de schorren, spoelden nu de lijken aan, meestal van Spaanse soldaten, soms van Nederlandse matrozen, en een enkele keer ook van een burger die uit Sluis had proberen te ontsnappen en was verdronken. Het maakte de wolven niet uit. Al wekenlang vulden ze hun magen met stinkend, gezwollen mensenvlees.
Nooit eerder had dit gebied er zo wanhopig verlaten uitgezien, een verzameling doodse en kale eilandjes, die bij elke vloed onder water liepen. Alleen de ruïnes van de oude dorpskerken staken dan nog boven de golven uit. Als de eb inzette en de zee zich terugtrok, bleven de dode lichamen achter, rottend in het slijk van de kreken en de slikken.

Slide 9 - Slide

Vanuit welk perspectief is dit geschreven?

Slide 10 - Open question

De wolven waren niet de enigen die op de lijken aasden. In de verte rende een meisje langs de vloedlijn, op blote voeten, haar lange rok hoog opgetrokken, haar benen wit afstekend tegen het grauw van de golven.
Als er lichamen aanspoelden wilde het meisje er als eerste bij zijn. Steeds vaker vond ze menselijke resten waar de wolven al van hadden gevreten, of waar een troep krijsende meeuwen op zat. Dan draaide ze zich om en liep ze weg. Zoiets wilde ze niet aanraken.
Daarom hield het meisje nauwlettend het getij in de gaten. Ze wachtte niet meer tot het eb was maar begon haar dagelijkse zoektocht eerder, voor de kentering, als de vloed nog niet zijn hoogtepunt had bereikt. Daardoor was ze de wolven vaak te vlug af.
Als je Kat bezig zag, knielend in het natte zand, naast zo’n gesneuvelde soldaat of verdronken zeeman, zou je denken dat het meisje haar hele leven nooit anders had gedaan dan lijken beroven. Bij de een sneed ze snel de ijzeren knopen van zijn jasje, bij de ander trok ze handig de leren laarzen van de voeten. En bij iedere dode zocht ze de zakken na of daar iets van waarde in zat.
Kat gaf de voorkeur aan Spaanse lijken, want die droegen meestal schonere kleren dan de Nederlanders. Niets was zo smerig als in een goor hemd te moeten grabbelen omdat er misschien iets op die ijskoude borst hing – soms een zakje met munten, soms een zilveren medaillon.

Slide 11 - Slide

Vanuit welk perspectief is dit geschreven?
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
meervoudig perspectief

Slide 12 - Quiz

Waarom kiest de schrijver hiervoor?

Slide 13 - Open question

Wat ga je doen?
  1. Bekijk een plek op school eens vanuit twee verschillende perspectieven.
  2. Stel je een drukke ruimte bij jou op school voor: de kantine, de gang of gewoon een vol klaslokaal.
  3. Noteer nu wat je gedachten zijn als leerling, als je deze ruimte binnenloopt: Bijvoorbeeld: Daar loopt mijn vriendin, Ik wil in dat groepje gaan zitten, Ik heb trek in een broodje Keur, Wat ruikt het hier gek, enz.
  4. Noteer nu wat de gedachten zouden zijn van bijvoorbeeld: de directeur / de conciërge / een bezorgde moeder die haar kind komt ophalen.
  5. Sla je notities op in een tekstbestand met de naam Perspectief. Zoek of maak er een passende locatiefoto bij. Let op, geen foto's maken van lokalen waar les in gegeven wordt. 
  6. Bespreek deze teksten met een klasgenoot en werk ze eventueel bij.


Slide 14 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je wat het begrip "perspectief". 

Aan het einde van deze les ken je de perspectieven: ik-perspectief, personaal perspectief en wisselend perspectief.

Slide 15 - Slide