K 6.4 biologisch evenwicht

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welke pijl stelt de fotosynthese voor?

Welke pijl is de omzetting die reducenten uitvoeren? Leg je antwoord uit.

2.4 populaties

6.4 biologisch evenwicht

je omgeving (het milieu) 

de omgeving

Organisme

ecologie

biotische factoren

a biotische factoren

Invloed

invloed uit het milieu

individu

populatie

biotische factoren

a-biotische factoren

ecosysteem

biologisch evenwicht

normaal weer

evenwicht

1

2

3

4

biologisch evenwicht

1

2e jaar • weinig gras door lage temperaturen en droogte •

Konijnen sterven door voedselgebrek.• Vossen krijgen weinig jongen en trekken weg.

2

3

4

biologisch evenwicht

1

2

3e jaar • veel gras door warm en vochtig weer •

Konijnen en vossen krijgen veel jongen.• Vossen van elders trekken het ecosysteem binnen.

3

4

biologisch evenwicht

1

2

3

4e jaar • normale weersgesteldheid

evenwicht

4

optimum krommen

samenvatting

Vul in : biotische factoren - a biotische factoren
Zet aan de juiste kant: 
wind, soortgenoten, regen, temperatuur, voedsel,
ziekte , bodem, water, nestgelegenheid, roofdieren, licht

individu: _____________

populatie: ___________

ecosysteem: ________ 

biologisch evenwicht:
Toestand waarin de grootte van elke _______ in
een _________ schommelt om een bepaalde waarde.

Ecologie : bestuderen van alle relaties tussen organismen en hun omgeving.

individu: een organisme

populatie is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied

ecosysteem: Alle abiotische factoren en populaties in een bepaald gebied vormen samen een ecosysteem.

Biologische evenwicht: Toestand waarin de grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt om een bepaalde waarde.

samenvatting

optimum krommen: __________________

	forel	kikker
minimum
maximum
optimum
tolerantiegebied

samenvatting

optimum krommen: 

	forel	kikker
minimum	0	3
maximum	12	30
optimum	4	23
tolerantiegebied	0-12	3-30

Diagram dat voor een abiotische factor de minimale, de optimale en de maximale waarde van een soort laat zien.

In een bepaald gebied is de temperatuur van het water in de winter 5 °C en in de zomer 15 °C.

Kunnen de eieren van een forel zich in dit gebied ontwikkelen? En die van een kikker? Leg je antwoord uit.