bs 6.4

BS 6.4 Biologische evenwicht
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS 6.4 Biologische evenwicht

Slide 1 - Slide

Waar gaat deze bassistof over?
  • Invloeden uit de leefomgeving
  • Niveaus van de ecologie
  • Populatiegrootte
  • Optimumkromme

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
  • Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
  •  Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

Slide 3 - Slide

Woordenlijst
  • biotische factoren 
  • abiotische factoren
  • individu
  • populatie
  • ecosysteem
  • biologisch evenwicht
  • optimumkromme

Slide 4 - Slide

Inleiding 
Het ene jaar zijn er veel vogels in de tuin, het jaar daarna minder. Dit kan bijvoorbeeld komen door een heel koude winter. Allerlei factoren zijn van invloed op het aantal individuen van een soort.

Slide 5 - Slide

 Biotische factoren zijn alle levende wezens die invloed hebben op een soort.
Invloeden uit de levenloze natuur noem je abiotische factoren, de niet-levende dingen.

Slide 6 - Slide

Invloeden uit de leefomgeving

Slide 7 - Slide

De organisatieniveaus van de ecologie.

Slide 8 - Slide

Individu
Eén enkel organisme is een individu

Slide 9 - Slide

Populatie
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten.

Slide 10 - Slide

Ecosysteem 
 Alle abiotische factoren en populaties in een bepaald gebied vormen samen een ecosysteem.
Ecosystemen die in Nederland veel voorkomen, zijn bijvoorbeeld een duingebied, een bos, een sloot en een heideveld.

Slide 11 - Slide

Populatiegrootte
De populatiegrootte is afhankelijk van biotische en abiotische factoren. 
Als deze factoren gunstig zijn, neemt de populatiegrootte toe. Zijn de omstandigheden ongunstig, dan neemt de populatiegrootte af.

Slide 12 - Slide

Biologisch evenwicht tussen konijnen en vossen.

Slide 13 - Slide

1e jaar • normale weersgesteldheid: evenwicht

Slide 14 - Slide

2e jaar • weinig gras door lage temperaturen en droogte • Konijnen sterven door voedselgebrek.• Vossen krijgen weinig jongen en trekken weg.

Slide 15 - Slide


3e jaar • veel gras door warm en vochtig weer • Konijnen en vossen krijgen veel jongen.• Vossen van elders trekken het ecosysteem binnen.


Slide 16 - Slide

4e jaar • normale weersgesteldheid: evenwicht

Slide 17 - Slide

Optimumkromme 

Slide 18 - Slide

Optimumkromme
Een temperatuur van 22 °C is de optimumtemperatuur voor guppy’s. 
Optimum betekent ‘de beste’. De invloed van de temperatuur op guppy’s kun je weergeven in een diagram (zie afbeelding 5). Zo’n diagram heet een optimumkromme. 

Slide 19 - Slide

Tolerantiegebied
Het tolerantiegebied is het gebied waarin de organismen kunnen overleven. Voor een guppy ligt het tolerantiegebied tussen 5 °C en 38 °C.

Slide 20 - Slide

Optimumkromme

Slide 21 - Slide

Huiswerk

  • Lezen bs 4
  • Maken woordenlijst bs 4
  • Maken opdrachten bs 4 digitaal 

Slide 22 - Slide