Fictie en boeken introductie

Welkom 1MH
Nederlands
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 1MH
Nederlands

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  1. Herhaling fictie
  2. Vragen stellen
  3. Lezen uit je leesboek
  4. Aan de slag

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
  • Je kan uitleggen wanneer een verhaal realistisch of onrealistisch is.
  • Je kent verschillende genres.
  • Je weet wat personages zijn, typetjes, hoofdpersonages en karakters.

Slide 3 - Slide

Reëel? 
Realistische fictie
  • Verzonnen verhalen die echt gebeurd kunnen zijn
  • Herkenbaar


Niet-realistische fictie
  • Verzonnen verhalen die niet echt kunnen gebeuren
  • Niet-herkenbaar, maar wel zo echt mogelijk

Slide 4 - Slide

Niet-realistisch
Realistisch

Slide 5 - Slide

Dus...
Bij zowel realistische fictie als niet-realistische fictie zal de schrijver ervoor zorgen dat je je kunt inleven in het verhaal.
Jij moet inschatten of het echt kan gebeuren of niet... 

Slide 6 - Slide

“Het steile bergpad had hem ongeveer de halve dag gekost. De zon begon net achter de berg te verdwijnen toen hij het hoogste punt bereikte. Opeens voelde hij een reusachtige windvlaag langs zijn armen strijken en hoorde hij een luid gebrul. Hij keek omhoog en zag een zwarte draak die hem vernietigend aankeek.”
A
Realistisch
B
Onrealistisch

Slide 7 - Quiz

''Waar blijft Thijs, denkt Julia als ze 's morgens beneden zit. Ze moet eigenlijk al weg, maar ze wacht op haar broer; dan komt ze maar te laat. Eindelijk komt hij de kamer in. Hij grijpt een appel van de schaal en wil weggaan. 'Thijs,' zegt Julia. 'Nu papa definitief op de boot blijft wonen, wordt alles anders.‘’
A
Realistisch
B
Onrealistisch

Slide 8 - Quiz

Genre
  • Het 'soort' verhaal:
    Avontuur, griezel, psychologisch, sciencefiction, romantisch, detectice.

  • Boeken van hetzelfde genre hebben dezelfde kenmerken

  • Soms is er overlap tussen genres, genres hebben dan een aantal dezelfde kenmerken.

Slide 9 - Slide

Genres herkennen
  • Detective – oplossen van een misdaad

  • Griezelverhaal – enge dingen en vreemde wezens

  • Psychologisch verhaal – nadruk op innerlijk van personage

  • Sciencefiction – in toekomst of in ruimte (niet realistisch)

Slide 10 - Slide

Genres herkennen 


  • In de bibliotheek staan er vaak symbolen op de boeken die aangeven welk genre het is.

  • Handig om snel te zien welke boeken leuk zijn voor jou.

  • Je kan ook altijd advies vragen aan iemand die veel boeken heeft gelezen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welk genre?
A
oorlog
B
science fiction
C
griezel
D
detective

Slide 13 - Quiz

genre?
A
historische roman
B
spanning en avontuur
C
oorlogsroman
D
hier en nu

Slide 14 - Quiz

Genre?
A
sprookje
B
science fiction
C
fantasie
D
spanning en avontuur

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Lees de theorie over personages, karakters en types of bekijk de les daarover in LessonUp.
Maak de voortgangstoets in Leswijs.

Lezen.

Slide 16 - Slide

Geef door welk boek je als eerste gaat lezen (niveau 1 lezen voor de lijst).

Slide 17 - Open question

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 18 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 19 - Open question