Aan het eind van de lessen kon je...
1. De stelling van Pythagoras gebruiken om korte of schuine zijdes te
berekenen & de omgekeerde stelling van Pythagoras gebruiken om na
te gaan of een driehoek wel rechthoekig is
2. Pythagoras toepassen in verschillende situaties door te schetsen /
hulplijnen te tekenen / zelf rechthoekige driehoeken te vinden
3. De bach-stelling, hpq-stelling en de stelling van Thales gebruiken in
vlakke figuren