1.3 Stelsels van vergelijkingen

Welkom vwo3!
Ga rustig zitten op je eigen plek en start je laptop alvast op.
Ga naar LessonUp en voer de code in
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welkom vwo3!
Ga rustig zitten op je eigen plek en start je laptop alvast op.
Ga naar LessonUp en voer de code in

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ik heb 40 muntstukken in mijn portemonnee. Het zijn munten van 20 cent en munten van 1 euro. Het totale bedrag dat deze munten waard zijn is 25,60 euro.
Hoeveel 1-euro munten heb ik?
Tip!
x= aantal 20 cent munten
y= aantal 1 euro munten

Slide 2 - Slide

x= aantal 20 cent munten
y= aantal 1 euro munten

x + y = 40
0,2x + y = 25,60

0,8x = 14,40
x=18
y=22
Hoeveel 1-euro munten heb ik?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

1.3 Stelsel van vergelijkingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Je herhaalt het vinden van een snijpunt bij 2 lineaire functies.

Je leert wat de vergelijking van een lijn is.

Je leert hoe je een stelsel vergelijkingen oplost.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Je herhaalt het vinden van een snijpunt bij 2 lineaire functies (blz. 16)

r(x) = 3x - 7          en          v(x) = -x + 15

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Snijpunt opdracht 12?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Snijpunt 13b?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Snijpunt 13c?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Blz. 18/19

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Maak x vrij in
31x+3y=4
A
x=y+34
B
x=12y
C
x=9y+4
D
x=129y

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Stel het functievoorschrift f(x)=ax+b op bij de lijn die hoort bij de vergelijking
x+52y=3
A
f(x)=2,5+7,5x
B
f(x)=7,52,5x
C
f(x)=7,5+2,5x
D
f(x)=2,5x7,5

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke formule hoort waarbij?
Formule hoort bij geen van beide grafieken.

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Opdracht
Maak opgave (16 en) 17

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe los je 'een stelsel' op?
  • Omschrijven tot y = ax + b en daarna oplossen....
  • Eliminatie (na vermenigvuldiging)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Omschrijven tot y = ax + b en oplossen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opgave 18a: x = ?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Opgave 18a: y =?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Eliminatie
stap 1:  Indien nodig met de balansmethode een van de vergelijkingen veranderen zodat bij het optellen of aftrekken één van de letters wegvalt
stap 2:  Tel de vergelijkingen bij elkaar op, of trek ze van elkaar af
2x+4y=20
3x2y=14
{

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak opgave 17, 18 en 19

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Achter in mijn tuin zitten een vast aantal kraaien (k) op een vast aantal paaltjes (p)
Als op elk paaltje één kraai zit, zijn er 20 kraaien over.
Als de kraaien een beetje sociaal zijn gaan ze met z'n tweeën op een paaltje zitten.
In dat geval blijven er 10 paaltjes leeg.
Hoeveel kraaien (k) en hoeveel paaltjes (p) heb ik in mijn tuin?

Slide 22 - Slide

k = p + 20
p = 0,5k + 10

k= 0,5k + 10 + 20
0,5k = 30
k = 60
p = 40




aantal kraaien (k)?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Aantal paaltjes (p)?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Einde les

Slide 25 - Slide

This item has no instructions