wk36 vwo 3 les 2

Programme VWO 3
instruction idioom en collage
réviser vraagwoorden
réviser présent/p.c. 
au travail: faire ex. 11+13 + oefenen met verbuga
beginnen met collage


1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programme VWO 3
instruction idioom en collage
réviser vraagwoorden
réviser présent/p.c. 
au travail: faire ex. 11+13 + oefenen met verbuga
beginnen met collage


Slide 1 - Slide

Instruction collage
leerdoel 11
15 Franse zinnen: 
  • over jezelf
  • toekomstplannen
  • hobby's 
  • baantjes
veel plaatjes ter toelichting
A3 formaat

Slide 2 - Slide

instruction idioom
alleen de FN pagina's.

leer alle zinnen en losse Franse woorden daarvan.

De overhoringen bestaan uit 3 delen:
  1. Hele zinnen vertalen
  2. Vetgedrukte woorden uit een zin vertalen
  3. losse woorden vertalen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

la chaîne de questions
  • Bedenk zoveel mogelijk Franse vragen, die redelijk goed te beantwoorden zijn door klasgenoten.
  • Bedenk ook welke antwoorden jij er zelf op zou geven.
  • Deze vragen heb je nodig bij de spreekopdracht die hierna komt.

Slide 5 - Slide

la chaîne de questions

  1. Speler 1 stelt een Franse vraag aan degene die rechts naast hem zit . 
  2. Je mag zelf kiezen wat voor vraag . 
  3. Speler 2 antwoordt met een hele Franse zin. 
  4. Daarna stelt hij/zij en een Franse vraag aan degene rechts naast hem zit. 
  5. Speler 3 antwoordt en stelt een vraag aan speler 4 enzovoort. Zo vorm je als het ware een gespreksketting. Hoe sneller je antwoordt, hoe leuker. 
  6. Maar denk eraan: iedere vraag mag maar één keer gesteld worden! 
  7. Weet je geen vraag meer? Dan ben je af en mag je niet meer meedoen. 
  8. Het spel gaat net zo lang door tot er nog maar één speler over is. Dat is de winnaar. 

Slide 6 - Slide

Programme VWO 3
instruction idioom en collage
réviser vraagwoorden
réviser présent/p.c. 
au travail: faire ex. 11+13 + oefenen met verbuga
beginnen met collage


Slide 7 - Slide

Tu _______ à la maison? (rentrer, présent)

Slide 8 - Open question

Vous_____ danser? (gebruik: adorer)

Slide 9 - Open question

Elle _____ chez son ami. (is gebleven)

Slide 10 - Open question

Ils ______ le Temple à Paris. (hebben bezocht)

Slide 11 - Open question

les devoirs
  • faites exercices 11 +13
  • étudiez apprendre 3
  • étudiez le passé composé p. 118/119 livre de textes
  • étudiez idioom p. 9/10
  • neem je idioomboek mee volgende les

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide