2.2: Natje, droogje, klimaat (2.2.1: Klimaat en neerslag)

2.2: Natje, droogje en klimaat
2.2.1: Klimaat en neerslag
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.2: Natje, droogje en klimaat
2.2.1: Klimaat en neerslag

Slide 1 - Slide

We maken samen een woordweb: wat weet jij over het klimaat

Slide 2 - Mind map

Reisdoelen
1. Je kunt uitleggen wat klimaat is.

2. Je kunt uitleggen waarom de temperaturen rond de evenaar hoger zijn dan rond de polen.

3. Je kunt uitleggen waarom het klimaat invloed heeft op de vegetatie en de oogst.

Slide 3 - Slide


Het vak M&M bestaat uit 4 onderdelen:
1. oriëntatie (waar gaat het over)
2. aardrijkskunde (onderzoekt de aarde)
3. geschiedenis (onderzoekt het verleden)
4. actualiteit (onderzoekt het nieuws)
Deze paragraaf gaat dus over: 
A
Oriëntatie
B
Aardrijkskunde
C
Geschiedenis
D
Actualiteit

Slide 4 - Quiz


Beschrijf in een paar zinnen wat het weer vandaag is. 

Slide 5 - Open question

Wat is het weer? 
Het weer verschilt van dag tot dag. Het weer bestaat uit de volgende onderdelen:
  1. Temperatuur (hoe warm is het)
  2. Neerslag (Water dat uit de lucht op de aarde valt als water, sneeuw of hagel)
  3. Wind
  4. Zonneschijn

De plaats op de aarde is van invloed op het weer! 

Slide 6 - Slide

temperatuur
wind
Neerslag
zonneschijn

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide


Waar is de gemiddelde temperatuur op aarde het hoogste?
A
Bij gebieden rondom de polen.
B
Aan gebieden die aan zee liggen.
C
Bij gebieden waar veel droogte heerst.
D
Bij gebieden rondom de evenaar.

Slide 9 - Quiz

Klimaat
Het klimaat is anders dan het weer. Het klimaat is het gemiddelde weer, gemeten over een periode van 30 jaar. 

Het klimaat in een land heeft grote invloed op de plantengroei (vegetatie). 

Soms neemt het klimaat extreme vormen aan. Dit heeft invloed op de oogst van boeren. 

Slide 10 - Slide

Het klimaat gaat over..
A
Het alledaagse weer
B
Het weer over een periode van een week
C
Het gemiddelde weer over een langere periode
D
De opwarming

Slide 11 - Quiz

Over welke periode kan je het klimaat van een gebied bepalen?
A
10 jaar
B
20 jaar
C
30 jaar
D
40 jaar

Slide 12 - Quiz

Het klimaat vertelt ons, wat voor weer het morgen wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video


Ik maak mij zorgen over het klimaat
Ja, wel een beetje
Niet echt
Helemaal niet

Slide 15 - Poll

De Klimaatgrafiek
Om een overzicht te geven van het klimaat in een bepaald gebied, worden de temperatuur en de neerslag weergegeven in een klimaatgrafiek

Een klimaatgrafiek geeft het gemiddelde weer in één jaar, van januari tot december. 


Slide 16 - Slide

Je ziet 6 uitspraken. Enkele uitspraken horen bij het weer en andere bij het klimaat. Sleep de uitspraken naar de juiste kolom.
Weer
Klimaat
Het is vandaag 25 graden, lekker warm! 
De zomers in Spanje zijn altijd lekker warm.
Het regent al de hele dag! Wat vervelend! 
Het waaide zo hard dat ik van mijn fiets ben gevallen!
In de afgelopen 30 jaar zijn de zomers in Nederland steeds warmer geworden.
In Egypte is het warmer dan in Nederland.

Slide 17 - Drag question

Bekijk de foto en lees de stellingen.
Stelling 1: Op deze bron zie je een voorbeeld van het weer op die dag.

Stelling 2: Uit de plantengroei die je op deze bron ziet, kun je afleiden welk klimaat er in het gebied heerst.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist.
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 18 - Quiz

Stel, je houdt bij jou in de tuin een maand lang de temperatuur bij. Meet je dan het weer of het klimaat?
A
het weer
B
het klimaat

Slide 19 - Quiz

Reisdoelen
1. Je kunt uitleggen wat klimaat is.

2. Je kunt uitleggen waarom de temperaturen rond de evenaar hoger zijn dan rond de polen.

3. Je kunt uitleggen waarom het klimaat invloed heeft op de vegetatie en de oogst.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video