What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Préposition pays
Prépositions pays et villes
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3,4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Prépositions pays et villes
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Voorzetsel: à
Bij steden gebruik je altijd het voorzetsel:
à
Je
vais
à
Paris = Ik
ga
naar
Parijs.
Je
suis
à
Paris = Ik
ben
in
Parijs.
Nous habitons
à
Bruxelles.
Tu vas
à
Lille?
Voor steden
Slide 3 - Slide
Voorzetsel: en
Bij de
landen die eindigen op
een -e
, gebruik je het voorzetsel:
en
Tu vas
en
Belgique?
Je suis
en
France avec ma famille.
Vous allez
en
Egypte?
Voor vrouwelijke landen
Slide 4 - Slide
Voorzetsel: aux
Bij de
landen die eindigen op een -s
, gebruik je het voorzetsel:
aux
Nous allons
aux
Etats-Unis =
Wij gaan naar Amerika.
J'habite
aux
Pays-bas =
ik woon in Nederland.
J'étais
aux
Seychelles l'été dernière =
Ik was op de Seychellen de afgelopen zomer.
Voor meervoud landen
Slide 5 - Slide
Voorzetsel: au
Als een land
niet eindigt op de -e of op de -s,
gebruik je het voorzetsel:
au.
Ma famille habite
au
Maroc.
Mon frère fait ses études
au
Japon.
Au
Canada, on parle francais.
Voor mannelijke landen
Slide 6 - Slide
Nora habite.........Italie
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 7 - Quiz
Je suis ........Senegal
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 8 - Quiz
On est.......Etats-Unis
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 9 - Quiz
Tu habites......Londres?
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 10 - Quiz
Frankrijk
Spanje
Verenigde Staten
Nederland
België
Turkije
la Turquie
Les Etats-Unis
la France
la Belgique
l'Espagne
les Pays-Bas
Slide 11 - Drag question
Vrouwelijk
(eindigt op een -e)
Meervoud
(eindigt op -s of -x)
Mannelijk
(eindigt op iets anders dan -s, -x of -e)
la Tunisie
le Portugal
l'Angleterre
les Etats-Unis
l'Allemagne
les Pays-Bas
le Danemark
le Maroc
Slide 12 - Drag question
Je suis (in) _____ Allemagne.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 13 - Quiz
Je vais (naar) _____ Rotterdam.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 14 - Quiz
Je suis (in) _____ Suède.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 15 - Quiz
Je vais (naar) _____ Maroc.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 16 - Quiz
Je vais (naar) _____ Londres.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 17 - Quiz
Elle est (in) ________ Belgique.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 18 - Quiz
Elle est (in) ________ Danemark.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 19 - Quiz
Je vais (naar) _____ Etats-Unis.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 20 - Quiz
Vertaal
Ik ben in Parijs.
Slide 21 - Open question
More lessons like this
Préposition pays
September 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3,4
Klas 2 Landen en voorzetsels
March 2020
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
UNIT 5 - Landen en voorzetsels
May 2022
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Klas 2 Landen en voorzetsels
September 2019
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Klas 2 Landen en voorzetsels
October 2024
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Prépositions + villes/villages/pays
March 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voorzetsels Klas 2 Landen
August 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Prépositions + villes/villages/pays
September 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2