This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2: domein Wereld
Wat weet je nog/al over dit hoofdstuk?
Slide 1 - Slide
Welk zoekmiddel gebruik je als je alle kaarten wilt vinden over Zuid-Amerika?
A
Algemene legenda
B
Trefwoordenregister
C
Bladwijzers
D
Statistieken
Slide 2 - Quiz
Welk zoekmiddel gebruik je als je alle kaarten zoekt die iets zeggen over bevolkingsdichtheid?
A
Algemene inhoud
B
Trefwoordenregister
C
Statistieken
D
Algemene legenda
Slide 3 - Quiz
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Slide 4 - Drag question
Dit is géén fysisch geografische reden voor een hoge bevolkingsdichtheid
A
gunstig klimaat
B
vruchtbare bodem
C
niet te bergachtig
D
ligging vlakbij een economisch kerngebied
Slide 5 - Quiz
Dit is géén pushfactor voor een politieke vluchteling
A
vervolging vanwege geaardheid
B
geen vrijheid van meningsuiting
C
oorlog
D
overstromingen
Slide 6 - Quiz
Welke voorwaarde van de interactietheorie van Ullman zie je hier?
A
Complementariteit
B
Transporteerbaarheid
C
Geen tussenliggende mogelijkheden
D
Wel tussenliggende mogelijkheden
Slide 7 - Quiz
Welk antwoord past NIET bij de theorie van Ullman?
(Let op: was een aantekening in de les, staat niet in je boek!)
A
complementariteit
B
uitwisselbaarheid
C
transporteerbaarheid
D
geen tussenliggende mogelijkheden
Slide 8 - Quiz
India heeft een groeiende bevolking. De helft van de bevolking is jonger dan 25 jaar, hoe noemen we die druk?
A
Grijze druk
B
Groene druk
C
Blauwe druk
D
Roze druk
Slide 9 - Quiz
Centrum
Semi-periferie
Periferie
Australië
Congo
Indonesië
Noorwegen
Malawi
Nederland
Mexico
Slide 10 - Drag question
Waar is de VN-welzijnsindex (HDI) NIET op gebaseerd?
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
verdeling beroepsbevolking
D
inkomen
Slide 11 - Quiz
Twee beweringen: 1. De handelsrelatie tussen de VS en Mexico past in het centrum-periferiemodel 2. Maquiladoras zijn assemblagebedrijven die in het zuiden van de VS zijn gevestigd vanwege de lage lonen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 12 - Quiz
Twee beweringen: 1. De informele sector is niet meegerekend in het BBP 2. De grootste inkomensverschillen komen juist voor in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 13 - Quiz
Wat was de voornaamste reden voor de verplaatsing van maquiladoras naar zuidelijker gelegen gebieden?
A
belastingvoordelen
B
aanwezigheid speciale economische zone
C
liberalisering
D
lagere loonkosten
Slide 14 - Quiz
Waaruit bestaat het exportpakket van een land uit de periferie vooral?
A
hoogwaardige industrieproducten
B
grondstoffen
C
halffabrikaten
D
financiële en zakelijke diensten
Slide 15 - Quiz
Een arm land als Nigerzit in .... van het demografisch transitiemodel
A
het einde van fase 1
B
het einde van fase 2
C
het einde van fase 3
D
het einde van fase 4
Slide 16 - Quiz
In de opkomende economieën is er bij de demografische druk vooral sprake van:
A
vergroening
B
vergrijzing
Slide 17 - Quiz
Twee beweringen: 1. In rijke landen is het verstedelijjkingstempo erg hoog de laatste 30 jaar 2. De verstedelijklngsgraad is in de semi-perifere landen groter dan in de perifere landen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist,
bewering 2 is juist
Slide 18 - Quiz
Twee beweringen:
1. Een wereldstad heeft meer dan 10 miljoen inwoners 2. Een megastad is altijd een wereldstad