Havo 4 herhaling H2: Wereldbeeld

Waar is de VN-welzijnsindex NIET op gebaseerd?
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
verdeling beroepsbevolking
D
inkomen
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waar is de VN-welzijnsindex NIET op gebaseerd?
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
verdeling beroepsbevolking
D
inkomen

Slide 1 - Quiz

Illegale migratie
Informele sector
Inkomen
Kettingmigratie
Bedrag dat (gemiddeld) per persoon of per huishouden in een jaar wordt verdiend.
Migratie waarbij de immigratiewetten van het bestemmingsland worden overtreden
Kleinschalige en laagbetaalde dienstverlening die niet officieel wordt waargenomen en geregistreerd. Heet ook vluchtsector, scharreleconomie of verborgen economie.
Vorm van volgmigratie die op gang wordt gebracht doordat eerdere migranten (al dan niet gekleurde) informatie sturen naar de achterblijvers.

Slide 2 - Drag question

Wat zijn kenmerken van de periferie in het centrum-periferie model?
A
Overvloedige natuurlijke grondstoffen, veel lichte industrie, zelfvoorzienend.
B
Gelijkwaardige ontwikkeling als de kernregio, vrijhandelsovereenkomsten met andere landen.
C
Lagere lonen, beperkte toegang tot kapitaal en technologie, afhankelijkheid van de kernregio.
D
Hoge lonen, toegang tot geavanceerde technologie, economische onafhankelijkheid.

Slide 3 - Quiz

Wat is een assemblage-
bedrijf?
A
Bedrijf waarin grondstoffen verwerkt worden tot halffabricaten.
B
Bedrijf waar onderdelen in elkaar worden gezet tot een eindproduct.
C
Bedrijf waarin fabricaten worden verwerkt tot grondstoffen.
D
Bedrijf waarin grondstoffen worden verwerkt tot eindproduct.

Slide 4 - Quiz

Veel maquiladoras (assemblage bedrijven) gaan in 2000 weg. Waardoor zou dit komen?
A
Beleid Amerika
B
Minder vraag
C
Loonkosten elders lager
D
Vergrijzing Mexico

Slide 5 - Quiz

Vertrekgebieden in Mexico leiden onder de migratie want...
A
oude mensen krijgen geen pensioen meer.
B
jonge mensen worden minder goed opgeleid.
C
de overheid steunt migrantengezinnen minder.
D
sterke arbeidskrachten verlaten de regio.

Slide 6 - Quiz

2 beweringen:
1. De handelsrelatie tussen de VS en Mexico past in het centrum-periferiemodel
2. Maquiladoras zijn assemblagebedrijven die in het zuiden van de VS zijn gevestigd vanwege de lage lonen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 7 - Quiz

Op mondiaal schaalniveau is het grensgebied in Mexico
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum

Slide 8 - Quiz

Een economisch voordeel van de NAFTA voor Mexico is..
A
Veel Amerikaanse halffabrikaten
B
Meer werkgelegenheid in het zuiden van Mexico
C
Groeiende bevolking in grensgebied

Slide 9 - Quiz

2 beweringen:
1. De informele sector is niet meegerekend in het BBP
2. De grootste inkomensverschillen komen juist voor in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 10 - Quiz

Welke factor geeft geen verklaring voor de spreiding van de bevolking?
A
de natuurlijke mogelijkheden
B
de bevolkingsdichtheid
C
de ligging
D
het koloniale verleden

Slide 11 - Quiz

2 beweringen:
1. Op mondiale schaal is het migratiepatroon vooral noord-zuid gericht
2. Vluchtelingen en ecologische migranten worden vaker in hun eigen regio opgevangen dan economische migranten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 12 - Quiz

Welk antwoord is GEEN voorbeeld van een pushfactor?
A
natuurramp
B
schending mensenrechten
C
werkgelegenheid
D
armoede

Slide 13 - Quiz

2 beweringen:
1. Bij de indeling van de wereld in cultuurgebieden wordt vooral gelet op taal en godsdienst
2. Diffusie zal sneller verlopen in de periferie dan in de semi-periferie
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 14 - Quiz


Wat is GEEN interne oorzaak waardoor de verdeling van de welvaart in een land slecht is verdeeld.
A
reliëf
B
corruptie
C
koloniaal verleden
D
gebrek aan natuurlijke hulpbronnen

Slide 15 - Quiz

2 beweringen:
1. Bij uitwisseling van goederen levert het centrum vooral grondstoffen en de periferie kapitaalgoederen
2. Bij uitwisseling van arbeid levert het centrum vooral hoogopgeleide mensen en de periferie ongeschoolde arbeidskrachten
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 16 - Quiz

Waaruit bestaat het exportpakket van een land uit de periferie vooral?
A
hoogwaardige industrieproducten
B
grondstoffen
C
halffabrikaten
D
financiële en zakelijke diensten

Slide 17 - Quiz

Een arm land als Niger
zit in ..... van het demografisch
transitiemodel
A
het einde van fase 1
B
het einde van fase 2
C
het einde van fase 3
D
het einde van fase 4

Slide 18 - Quiz

2 beweringen over de groei van de
wereldbevolking tussen 1970 en 2015:
1. De relatieve groei van de wereldbevolking neemt af
2. De absolute groei van de wereldbevolking neemt toe

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 19 - Quiz

Welk antwoord verklaart de natuurlijke bevolkingsgroei vanuit de demografische dimensie?
A
een laag opleidingsniveau
B
armoede
C
een jonge leeftijdsopbouw

Slide 20 - Quiz

In de opkomende economieën is er bij de demografische druk vooral sprake van
A
vergroening
B
vergrijzing

Slide 21 - Quiz

2 beweringen
1. In rijke landen is het verstedelijkingstempo erg hoog de laatste 30 jaar
2. De verstedelijkingsgraad is in de semi-perifere landen groter dan in de perifere landen

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 22 - Quiz

Welk proces past het beste bij de stedelijke ontwikkeling van veel Nederlandse steden op dit moment?
A
urbanisatie
B
suburbanisatie
C
re-urbanisatie

Slide 23 - Quiz

2 beweringen

1. Een wereldstad heeft meer dan 10 miljoen inwoners
2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 24 - Quiz

2 beweringen:
1. De handelsrelatie tussen de VS en Mexico past in het centrum-periferiemodel
2. Maquiladoras zijn assemblagebedrijven die in het zuiden van de VS zijn gevestigd vanwege de lage lonen
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 25 - Quiz

Wat was de voornaamste reden voor de verplaatsing van maquiladoras naar zuidelijker gelegen gebieden?
A
belastingvoordelen
B
aanwezigheid speciale economische zone
C
liberalisering
D
lagere loonkosten

Slide 26 - Quiz

Welk antwoord is GEEN pushfactor voor de stad Ciudad Juarez?
A
het klimaat
B
het ontstaan van krottenwijken
C
milieuvervuiling
D
goedkope arbeidskrachten

Slide 27 - Quiz

2 beweringen:
1. Door de komst van veel Mexicanen zal de arbeidsintensieve industrie in Los Angeles verdwijnen
2. Geldzendingen van Mexicanen in de VS naar hun familie in Mexico is op de olie-export na, de grootste inkomstenbron
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 28 - Quiz

2 beweringen:
1. De migrantendichtheid in de VS neemt af naarmate je verder van de grens komt
2. Door kettingmigratie wonen veel Mexicaanse migranten in hetzelfde gebied van de VS
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 29 - Quiz

Juarez maakt het, El Paso maakt het mogelijk.
El paso ligt in
A
de VS
B
Mexico

Slide 30 - Quiz

2 beweringen:
1. Etnische spanningen in het zuiden van de VS zijn er vooral tussen autochtone Amerikanen en migranten vanuit Mexico
2. Bij een twin-city ligt de industriestad in de VS en het dienstencentrum in Mexico
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 31 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de informele sector?
A
de officiële banen in de dienstensector
B
de onofficiële banen in de dienstensector
C
werkloze fabrieksarbeiders
D
ICT bedrijven in de dienstensector

Slide 32 - Quiz