Erfelijkheid 8 (BS 4: kruisingen)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Herhalen: Kruisingsschema's
- Oefenen & Start Stamboom
- Weektaak
- Vragen?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Een laboratorium bacterie kan verschillende vormen en kleuren hebben. Blauw (B) is dominant over rood (b). 

P:        Bb           x     Bb
F1:  
B
B
b
b
Bb
BB
bb

Slide 5 - Drag question

Een laboratorium bacterie kan verschillende vormen en kleuren hebben. Blauw (B) is dominant over rood (b). 

P:        Bb           x     Bb
F1:  
B
b
B
BB
Bb
b
Bb
bb

Slide 6 - Drag question

Een laboratorium bacterie kan verschillende vormen en kleuren hebben. Blauw (B) is dominant over rood (b). Teken het kruisingsschema van twee heterozygote blauwe bacteriën.

Slide 7 - Open question

Bij bananenvliegen is het allel voor normale vleugels (B) dominant over het
allel voor vleugelstompjes (b). Een vrouwtje dat heterozygoot is voor de
vleugelvorm wordt gekruist met een mannetje met vleugelstompjes.
Maak het kruisingsschema

Slide 8 - Open question

Bananenvliegjes.
P:         Bb          x          bb

F1 
b
b
B
Bb
Bb
b
bb
bb
Deze ouders hebben 70 nakomelingen. Hoeveel hebben er dan stompjes?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

b = gelukkiger
B = minder.
Gelukkige moeder. wat is haar genotype?
A
BB
B
Bb
C
bb
D
geen idee

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Kruisingsschema heterozygoot & vrouw die vaker dan gemiddeld gelukkig is.

Slide 13 - Open question

Een laboratorium bacterie kan verschillende vormen en kleuren hebben. Blauw (B) is dominant over rood (b). Wat is de kans dat twee rode bacteriën een blauwe bacterie maken?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 14 - Quiz