Schrijven Hoofdstuk 5

Jas --> Kapstok
Telefoon --> koffer
Op tafel: 
Leesboek
Laptop (dicht)
timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Jas --> Kapstok
Telefoon --> koffer
Op tafel: 
Leesboek
Laptop (dicht)
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Vandaag:
  • stil lezen
  • korte instructie
  • zelfstandig werken
  • evaluatie

Slide 2 - Slide

timer
8:00

Slide 3 - Slide

Instructie zakelijke e-mail
Wie kan mij vertellen wat het verschil is tussen een zakelijke brief en een zakelijke e-mail?

Er zijn ook veel overeenkomsten. Wie kan er eentje noemen?

Slide 4 - Slide

Instructie zakelijke e-mail
Bij een zakelijke e-mail (beleefde e-mail) hoef je geen huisadressen op te schrijven. 
Je begint uiteraard met het e-mail adres van de ontvanger. 
Daaronder de onderwerpregel. Heel belangrijk dat je deze niet vergeet!

Slide 5 - Slide

Instructie zakelijke e-mail
  • Zet in de onderwerpregel kort en duidelijk waarover je e-mail gaat.
  • Begin je e-mail met een aanhef. Zet daar een komma achter. Bijvoorbeeld: Beste meneer Everink, of Geachte mevrouw of meneer,
  • Spreek de ander aan met ‘u’.


Slide 6 - Slide

Instructie zakelijke e-mail
  • Leg uit wie je bent en waarom je aan die mevrouw of meneer schrijft.
  • Schrijf op wat je aan de ander wilt vragen.
  • Sluit je e-mail af met een slotzin. Bijvoorbeeld: Alvast bedankt voor de moeite.


Slide 7 - Slide

Instructie zakelijke e-mail
  • Zet onder je e-mail een groet met daarachter een komma en je voor- en achternaam. Bijvoorbeeld:
  • Met vriendelijke groet,
  • Imre de Groot
  • Schrijf daar, als het nodig is, je adres en/of telefoonnummer onder.



Slide 8 - Slide

Toepassen
Is het beleefd om jouw mail te beginnen met "Hallo"?
Hoe zou jij je mail beginnen?
Wanneer je wilt weten waarom iemand een bepaald beroep uitoefent, wat kan je dan het beste in de onderwerpregel schrijven?
Hoe zou jij jouw mail eindigen?

Slide 9 - Slide

ZW
Jullie gaan werken in Hoofdstuk 5/schrijven en je maakt de startopdracht plus opdracht 1 tot en met 3. 

timer
30:00
stil werken

Slide 10 - Slide

Evaluatie
Wat ging er goed?
Wat ging nog niet zo goed?
Wat kan je zelf doen om ervoor te zorgen dat het de volgende keer beter gaat?
Heb je alle opdrachten afgekregen?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide