WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 4

Thema 6 Verliefd zijn
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 6 Verliefd zijn

Slide 1 - Slide

Verliefd zijn

Slide 2 - Slide

kennen
  • weten 
  • weten wie of wat
  • werkwoord
  • ik ken - wij kennen
  • zin: Ik ken dat meisje niet.
  • zin: Wij kennen alle woorden van het thema.

Slide 3 - Slide

lachen
  • vrolijk geluid
  • als iets grappig/leuk is
  • werkwoord
  • ik lach - wij lachen
  • zin: Zij lacht niet altijd om zijn grapjes. 

Slide 4 - Slide

lang (tijd)
  • een hele tijd 
  • zin: Het is lang geleden dat ik mijn familie heb gezien.
  • zin: Ik moet lang op mijn beurt wachten.

Slide 5 - Slide

de maand
  • deel van het jaar 
  • 12 
  • de maand - de maanden
  • zin: Februari is de tweede maand.
  • zin: De baby is al 5 maanden.

Slide 6 - Slide

de mens
  • de persoon 
  • de mens - de mensen
  • zin: Zij is een lief mens.
  • zin: Ik zie veel mensen in het centrum van de stad.

Slide 7 - Slide

Wij ................ alle woorden heel goed.
4
A
lachen
B
mensen
C
kennen
D
langen

Slide 8 - Quiz

Maak een goede zin
met het woord: mens

4
timer
1:30

Slide 9 - Open question

Schrijf de 12 maanden op.
4

Slide 10 - Open question

4
Waar lach jij om?

Slide 11 - Mind map

4
Het is niet kort maar heel .........

Slide 12 - Drag question

Leerlingen ....... als de juf
Arabisch praat.
4
A
kennen
B
lachen
C
kenen
D
laggen

Slide 13 - Quiz

6
Wat hoort er bij elkaar?
lachen
probleem

Slide 14 - Drag question