Thuis 1.1

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lesdoelen

1. Je kent het verschil tussen 'huis' en 'thuis'. 

2. Je weet van meerdere klasgenoten hoe ze wonen.

3. Je kunt van je eigen woonplek een aantal voor- en nadelen benoemen.

4. Je weet wat er van je wordt verwacht wat betreft het maken van een opdracht voor een cijfer.

Programma

• Opgeven huiswerk volgende week
• Bespreken gemaakte huiswerk
• Het verschil tussen 'huis' en 'thuis'
• Je eigen huis, de voor- en nadelen
• Uitwisseling: aan elkaar laten zien waar je woont
• Uitleg opdracht
• Afsluiting 

Huiswerk voor volgende week

Lees paragraaf 1.1 (blz. 14 en 15) en maak opdracht 12 (blz. 15).

Lees de 'collage-opdracht' en de opdracht 'onderzoekje thuis' goed door. Kies welke van de twee je wilt gaan maken.

(zie OneNote van LV onder het kopje 'cijferopdrachten) 

het huiswerk

hoe weet je waar het staat?

niet gemaakt?

levensbeschouwing...

stromingen

Aan welke woorden denk je bij het woord 'huis'.

Aan welke woorden denk je bij het woord 'Thuis'

Kijk goed naar de verschillende woorden die zijn opgeschreven bij 'huis' en bij 'thuis'. Wat is het verschil tussen deze woorden?

Hoe ziet het huis eruit waar jij zelf woont?

Kijk eerst aandachtig naar de afbeeldingen op de volgende slides. Vul vervolgens in welk huis het meeste op lijkt op het huis waar jij momenteel woont.

1

2

3

4

5

6

7

Op welk huis lijkt die van jou het meeste? Vul het cijfer in. Schrijf erachter wat jij de voordelen en de nadelen vindt van waar je woont.

Laat aan je klasgenoot zien waar je woont

Via de volgende slide kom je op googlemaps. Door het mannetje te slepen kun je google-streetview openen. 

Heb je dat gedaan, doe dan je iPad dicht, maar laat LessonUp wel gewoon open staan. Pak je boek en lees paragraaf 1.1 (blz. 14-15)

Uitleg cijferopdracht

Ga naar de OneNote van LV. 

Deze kun je vinden door eerst naar je Onedrive te gaan. Ga onderaan naar 'gedeeld'. Daar vind je de OneNote en kun je hem openen.

Kijk onder het tabblad 'Inhoudsbibliotheek' en dan onder 'cijferopdrachten'. Lees de opdrachten 'collage thuis' en 'onderzoekje thuis'. Kies welke je wilt gaan maken. De opdracht moet over 3 weken (week 40) af zijn.

Leg kort uit wat je van deze les vond en wat je hebt geleerd. Als je een tip hebt voor mij als docent, schrijf die dan ook op.