This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Spelling/formuleren
MHU, 2022
Slide 1 - Slide
Wat we gaan doen
Nakijken spelling
Uitleg verwijswoorden
Aan het werk
Slide 2 - Slide
Hoe vorm je het onvoltooid deelwoord?
Slide 3 - Open question
Welke vorm is correct? Die snelle trein is langs het perron ...
A
gezoefd
B
gezoeft
Slide 4 - Quiz
Opdracht 2
1. wachtend, od - getest, vd
2. kijkend, od - ingelopen, vd
3. zoekend, od - gewist, vd
4. Vluchtend, od - verloren, vd
5. Borend, od - geraakt, vd
6. dromend, od - gestoten, vd
Slide 5 - Slide
Opdracht 4
Slide 6 - Slide
Verwijswoorden
Verwijzen naar een eerder woord
voornaamwoorden zijn dus verwijswoorden
Slide 7 - Slide
Kijk maar naar tekst 1
Dat kan korter:
Neustypen: zo snel mogelijk typen met je neus.
Mohammed Khurshid Hussain ging de uitdaging aan. Hij moest zo snel mogelijk 103 woorden typen, waarbij hij zijn handen op zijn rug moest houden. Als dit hem binnen 1 minuut en 33 seconden lukte, had hij het wereldrecord verbroken. En het lukte hem met twee vingers in de neus (figuurlijk gesproken). Zijn tijd was 47,44 seconden.