Lezen Tekst en beeld vervolg

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag 

1. Weekplanning
2. Huiswerk behandelen blz. 186/187, opdracht 1 t/m 4
3. Herhaling tekst en beeld
4. Zelf aan de slag
5. Vooruitblik volgende les

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 

WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP

Let op: 

Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!

Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 

Weekplanning

Lezen: herhaling tekst en beeld 

Woordenschat: goed gebekt 

Formuleren: verbanden tussen zinnen (hoofdstuk 3)

Oefentoets: lezen

Dinsdag

Donderdag

Vrijdag

Opdracht 1

• 1 vertelde = pvvt/verwoest = bn
• 2 besluit = pvtt/gaan = inf
• 3 gemotiveerde = bn/heeft = pvtt/gewonnen = vd
• 4 bekende = pvvt/hebben = inf/gestolen = vd
• 5 lachend = od/begroeten = pvtt/getrouwde = bn
• 6 vraagt = pvtt/pratende = bn/zijn = inf

Opdracht 2

• a had = pvvt/opgeslagen = vd
• b fietsend = od/gaat = pvtt
• c dronk = pvvt
  
• d mocht = pvvt/blijven = inf
• e heeft = pvtt/verbroken = vd
• f verdwijnen = pvtt

•  a vvt
  
• b ott
  
• c ovt
  
• d vvt
  
• e ovt
  
• f ott

Opdracht 3

• 1 od → twijfelend/pvtt → kijkt / pvvt → keek/bn → gestelde
• 2 pvtt → zijn/vd → uitgenodigd/bn → versierde
• 3 bn → verliezende/pvtt → heeft/bn → winnend/vd → gemaakt
• 4 pvtt → heeft/vd → geholpen/inf → verhuizen

Opdracht 4

• 1) vtt
  
• (2) vtt
  
• (3) ott
  
• (4) ovt
  
• (5) ott
  
• (6) vtt
  
• (7) ott

• (8) vvt
  
• (9) ott
  
• (10) ott
  
• (11) ott
  
• (12) ott
  
• (13) vtt
  
• (14) ott
  
• (15) ott

• Aandacht trekken

• Verfraaien

• Aanvullen

• Aanvullen

• Verduidelijken

Zelf aan de slag

Waar? 

Bladzijde 166 t/m 167

Waarover?

Lezen tekst en beeld

Welke opdracht?

4

Is dit huiswerk voor de volgende keer?

Ja

Volgende keer

Volgende keer

Formuleren: verbanden en zinnen

*