el desayuno = het ontbijt
desayunar = ontbijten
la comida = het middageten
comer = eten
el almuerzo = de lunch
almorzar = lunchen
la merienda = de (middag)snack
la cena = het avondeten
cenar = (avond)eten
la siesta = de middagpauze, het middagdutje
para compartir = om te delen