Grammatik Kapitel 3

Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert
A
a -> ä
B
a -> i
C
er verandert niets
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert
A
a -> ä
B
a -> i
C
er verandert niets

Slide 1 - Quiz

Vul de goede vervoeging in.
Er (fallen) ... auf den Boden.
A
fallt
B
fält
C
fällt
D
vällt

Slide 2 - Quiz

Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:
A
e->ie
B
e-> ee
C
e->i

Slide 3 - Quiz

Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:
A
e->i
B
e->ie
C
e->ee
D
er verandert niets

Slide 4 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in.
Du (essen) ......... immer gut.
A
isst
B
esst
C
essest
D
issest

Slide 5 - Quiz

Vul de juiste vervoeging in.
Paul (lesen) .......... viel Deutsch
A
lest
B
lisst
C
lesest
D
liest

Slide 6 - Quiz

Du ........... jetzt mein Gesicht. (sehen)
A
sehst
B
siehst
C
siehts
D
sieht

Slide 7 - Quiz

Meine Schwester (lesen) ......... ein Buch.
A
lest
B
lies
C
liest
D
leest

Slide 8 - Quiz

Du ......... mir ein Geschenk. (geben)
A
gebst
B
gibst
C
gibt

Slide 9 - Quiz

Meine Tante ........... uns mit. (nehmen)
A
nimmt
B
nihmt
C
nehmt
D
nimt

Slide 10 - Quiz

der- und ein-Gruppe

Slide 11 - Slide

Ich …………… viel (essen)

Slide 12 - Open question

Anton ………….. schnell (fahren)

Slide 13 - Open question

Du …………….. runter (fallen)

Slide 14 - Open question

Er ……………… einen Baum (sehen)

Slide 15 - Open question

Vater hat (een) Tasche (v) in der Hand. .............................................

Slide 16 - Open question

Timo möchte (onze) neuen Fernseher (m) sehen. .............................................

Slide 17 - Open question

(Zijn) Mutter (v) kommt auch vorbei. .............................................

Slide 18 - Open question

Bekijk de grammatica uit Kapitel 3, welke vind je lastig? Noem de letter van die grammatica

Slide 19 - Open question