Les 6 - Dichtsoorten

Periode poëzie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Periode poëzie

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Werken aan het voorwoord
  • Dichtsoorten (deel 1)

Slide 2 - Slide

Gedicht van de dag
Ang, anger, angst

ik ben nergens bang voor
behalve dat er niemand meer is
om dat tegen te vertellen

- Tim Hofman

Slide 3 - Slide

Soorten gedichten
Er bestaan veel soorten gedichten, voorbeelden:
  • elfje
  • haiku 
  • rondeel
  • acrostichon 
  • sonnet
  • vrije vers

Slide 4 - Slide

Elfje
Een elfje of elf is een gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels. De eerste regel heeft 1 woord, de tweede regel heeft 2 woorden enz. De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.

Slide 5 - Slide

Haiku
Japanse dichtvorm van drie regels. De eerste regel bestaat uit 5 lettergrepen, de tweede regel uit 7 en de derde weer 5 lettergrepen.

Een haiku is een objectieve beschrijving van iets wat je kunt zien, horen, ruiken, proeven of voelen. 

Slide 6 - Slide

Acrostichon
Een acrostichon ofwel een naamgedicht is een gedicht waarvan de eerste letters van de zinnen een naam, woord of zin vormen. De bekendste acrostichon in het Nederlands is het Wilhelmus. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Rondeel
Een dichtvorm waarin hele regels herhaald worden. 

Gewoonlijk telt het rondeel acht regels en dan zijn de regels 1, 4 en 7 aan elkaar gelijk en de regels 2 en 8. 

Slide 9 - Slide

Kies een thema

Kies een thema die jou aanspreekt

Bijvoorbeeld:

- vriendschap

- vrijheid

- natuur


Slide 10 - Slide


Schrijf voor de kantlijn cijfer 1 t/m 8 op, onder elkaar, dus:
1.
2.
3.
enz.

Slide 11 - Slide

Zinnen
Schrijf vijf verschillende zinnen op die met jouw thema te maken hebben.

Slide 12 - Slide


Schrijf deze zin op bij de volgende cijfers:

1

4

7

Slide 13 - Slide

Kies 1 zin!

Slide 14 - Slide

Streep de zin door die je al gebruikt hebt.

Kies een andere zin !

Slide 15 - Slide


Schrijf deze zin op bij de volgende cijfers:

2

8

Slide 16 - Slide

Streep ook deze zin weer door

Slide 17 - Slide


Kies een zin die je nog niet hebt gebruikt.

Schrijf deze op bij nummer 3


Streep daarna deze zin weg.

Slide 18 - Slide


Kies een zin die je nog niet hebt gebruikt.

Schrijf deze op bij nummer 5


Streep daarna deze zin weg.

Slide 19 - Slide


Kies een zin die je nog niet hebt gebruikt.

Schrijf deze op bij nummer 6


Streep daarna deze zin weg.

Slide 20 - Slide

De opdracht
Maak een achrosticon over een onderwerp naar keuze
Werk eerst in het klad
Schrijf ze daarna in het net
Maak bij de gedichten een mooie tekening

Slide 21 - Slide

Einde van de les
Vandaag heb je in je schrift het volgende gemaakt:

- Twee dichtvormen met daarbij een tekening

Slide 22 - Slide