8.3 Doorsneden

Hoofdstuk 8: Ruimtefiguren
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8: Ruimtefiguren

Slide 1 - Slide

Deze les:

  1. Ik weet wat in de wiskunde een doorsnede betekent.
  2. Ik herken de verschillende doorsnedes van een balk en een kubus.
  3. Ik kan de lengte en breedte doorsnede van een balk op ware grootte tekenen.
  4. Ik kan iedere doorsnede van een ruimtefiguur op ware grootte tekenen

Slide 2 - Slide

Doorsneden
Een platsnijvlak = doorsnede

Alsof je met een mes recht door een voorwerp heen snijdt.
Het vlak dat het mes heeft aangeraakt is de doorsnede.

Slide 3 - Slide

Doorsneden
Een platsnijvlak = doorsnede

In de breedte = dwarsdoorsnede
In de lengte = lengtedoorsnede

Slide 4 - Slide

Wat is de vorm van de doorsnede?

Slide 5 - Open question

Aan de slag:
Som 27 tot 34

Slide 6 - Slide

7.3 Doorsneden 

Slide 7 - Slide

Kubus met zijden van 6 cm

Slide 8 - Slide

Doorsnede kubus met zijden van 6 cm

Slide 9 - Slide

Doorsnede
Hoe teken je een doorsnede van een balk of kubus?

Slide 10 - Slide

Stap 1 en 2
                     1. Welke lengtes weet je? 
                              2. Welke lengtes weet je niet? 

                                             Teken nu grondvlak ABCD op ware      
grootte. 
                               Teken ook het lijnstuk AC            

Slide 11 - Slide

Stap 1 en 2
                   
                                             Teken nu grondvlak ABCD op ware      
grootte.                

Slide 12 - Slide

We weten dat AB = 3cm en BC =3 cm.
Nu moeten we de zijde AC meten!
Pak je geodriehoek of een liniaal erbij
AC moet ongeveer 4,2 cm zijn. 

Slide 13 - Slide

We moeten de zijde AC dus 4,2 cm lang tekenen.
De zijde EG is dan natuurlijk ook 4,2 cm.
De andere zijden zijn 3 cm.

Slide 14 - Slide

Aan de slag met:
Blz 170
Som 35 tot 37

Slide 15 - Slide