8.3 Doorsneden

Hoofdstuk 8: Ruimtefiguren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8: Ruimtefiguren

Slide 1 - Slide

Planning
-Nakijken ..
- Herhaling: 8.2 Aanzichten en 8.3 Doorsnede
   Aan de slag

- 8.3: Doorsnede
   Aan de slag

Slide 2 - Slide

Teken het linkeraanzicht

Slide 3 - Slide

Doorsneden
Een platsnijvlak = doorsnede

Alsof je met een mes recht door een voorwerp heen snijdt.
Het vlak dat het mes heeft aangeraakt is de doorsnede.

Slide 4 - Slide

Doorsneden
Een platsnijvlak = doorsnede

In de breedte = dwarsdoorsnede
In de lengte = lengtedoorsnede

Slide 5 - Slide

Doorsnede op ware grote
Teken de doorsnede op ware grote.
(Stelling van pythagoras gebruiken)

a2 + b2 = c2

Slide 6 - Slide

Wat is de vorm van de doorsnede?

Slide 7 - Open question

Aan de slag:
Blz 151
som 23 tot 35

Slide 8 - Slide

7.3 Doorsneden 

Slide 9 - Slide

Vandaag:
- Nakijken
- Herhalen
- Aan de slag.

Slide 10 - Slide

Deze les:

  1. Ik weet wat in de wiskunde een doorsnede betekent.
  2. Ik herken de verschillende doorsnedes van een balk en een kubus.
  3. Ik kan de lengte en breedte doorsnede van een balk op ware grootte tekenen.
  4. Ik kan iedere doorsnede van een ruimtefiguur op ware grootte tekenen

Slide 11 - Slide

Voorbeelden van doorsneden

Slide 12 - Slide

Kubus met zijden van 6 cm

Slide 13 - Slide

Doorsnede kubus met zijden van 6 cm

Slide 14 - Slide

Doorsnede
Hoe teken je een doorsnede van een balk of kubus?

Slide 15 - Slide

Stap 1 en 2
                     1. Welke lengtes weet je? 
                              2. Welke lengtes weet je niet? 

                                             Teken nu grondvlak ABCD op ware      
grootte. 
                               Teken ook het lijnstuk AC            

Slide 16 - Slide

Stap 1 en 2
                   
                                             Teken nu grondvlak ABCD op ware      
grootte.                

Slide 17 - Slide

We weten dat AB = 3cm en BC =3 cm.
Nu moeten we de zijde AC uit rekenen!
Dit gaan we doen met de stelling van Pythagoras!!
Korte zijde AB =3cm
Korte zijde BC=3cm
                            We gaan nu de lange zijde uitrekenen!
Dit                            Dit gaan  we weer doen met het schema!




Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

We moeten de zijde AC dus 4,2 cm lang tekenen.
De zijde EG is dan natuurlijk ook 4,2 cm.
De andere zijden zijn 3 cm.

Slide 20 - Slide

Aan de slag met:
Blz 170
Som 35 tot 42

Slide 21 - Slide

Afronden:
Blz 170
35 tot 42
-
Klaar:
Blz 203
Som 1 tot 21

Of
Economie:
Oefentoets/
of blz 46 + 47

Slide 22 - Slide