Leesvaardigheid compleet
1 / 38
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat is het onderwerp van deze tekst?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Met welke leesstrategie vind je het onderwerp van een tekst?
A
verkennend lezen
B
studerend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
alle drie
Slide 7 - Quiz
Welke leesstrategie gebruik je bij
'de tekst begrijpen'?
'de tekst begrijpen'?
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Zoekend lezen
D
Studerend lezen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat is de
bron?
bron?
Slide 11 - Open question
Wat is de
bron?
bron?
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Tekstdoelen
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 15 - Quiz
Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen
Slide 16 - Quiz
Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Wat is het tekstverband in deze tekst?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Een verwijswoord kan verwijzen naar:
A
één woord
B
een paar woorden
C
antwoord A, B en D zijn goed
D
een hele zin
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Onder aan de advertentie staan twee zinnen.
Zijn dit feiten of meningen?
a. feiten
b. meningen
c. een feit en een mening
Zijn dit feiten of meningen?
a. feiten
b. meningen
c. een feit en een mening
A
Feiten
B
Meningen
C
Een feit en een mening
Slide 27 - Quiz
Feit of mening?
Roken zou verboden moeten worden.
Roken zou verboden moeten worden.
A
feit
B
mening
Slide 28 - Quiz
Feit of mening?
Je kunt hier heerlijk eten.
Je kunt hier heerlijk eten.
timer
0:10
A
Feit
B
Mening
Slide 29 - Quiz
Wat voor teksten geven feiten of meningen weer?
A
artikel, recensie
B
artikel, krant
C
blog, krant
D
blog, recensie
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 32 - Quiz
Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 33 - Quiz
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 34 - Quiz
Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 35 - Quiz
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 36 - Quiz
Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 37 - Quiz
Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
